Het televisiefragment dateert uit 1998, maar staat nog steeds op mijn netvlies gegrift. In haar talkshow ‘Goedele’ had La Liekens het over een nieuw fenomeen dat was overgewaaid uit Hollywood: stalking. Op het einde van de uitzending richtte ze zich plots in de cameralens tot haar eigen stalker. “Ik weet dat u zit te kijken en u weet dat ik u bedoel. Wilt u me vanaf nu met rust laten?” zei ze met trillende stem.
GOEDELE LIEKENS (53): “Ik had mijn stalker een paar jaar eerder op een receptie ontmoet. Een dertiger met een doktersdiploma. Op het eerste zicht merkte ik niks verkeerd aan die man, tot hij me begon te schrijven. Niet zomaar een briefje. Een hele blocnote, vol liefdesverklaringen, zat er in mijn postbus. Hij zag me onmiddellijk als de moeder van zijn kinderen. Dan schrik je wel even.”
Komt zo’n gedrag niet vaker voor bij fans die hun idool bewonderen?
LIEKENS: “Een stalker is geen bewonderaar. Die laatste accepteert het dat je niet op zijn advances in gaat, een stalker niet. Die beschouwt je onmiddellijk als zijn bezit. Maar dat had ik in het begin niet door, dus diende ik hem van antwoord. ‘Sorry, ik zie dit even anders. Ik voel me niet geroepen om de moeder van je kinderen te zijn.’ Maar daar had hij dus geen oren naar. Meer nog: hij werd kwaad. Een bewonderaar blijft je lieve berichten sturen, maar een stalker balanceert altijd tussen liefde en haat. Dat reflecteerde zich ook in de brieven: het ene moment was ik de liefste prinses van het land, maar een pagina later het goorste kutwijf dat hij ooit ontmoet had. ‘Als ik je nog één keer in dat café aantref, moet ik je naar buiten sleuren, want hoe je je daar gedraagt, dat kan ik niet toestaan. Dat is niet goed voor ons,’ schreef hij. Mijn stalker wierp zich op als mijn grote redder. Hij had het constant over ‘wij’ en ‘ons’. ‘We zullen later daar in dat dorp gaan wonen, we kopen die auto, we maken samen nog twee kinderen…’ Als hij kwaad op me werd, moest ik dat in het grotere ‘we’-plaatje zien: ‘We zijn al zo lang aan het bouwen aan onze toekomst en jij beantwoordt mijn brieven niet. Je begrijpt toch dat ik boos ben? Ik kan zo’n gedrag van mijn partner niet tolereren.’ ‘Hé?’ dacht ik. ‘Ik heb je nog maar één keer gezien. Op een evenement heb ik je een hand gegeven.’ Toen ben ik hem gaan negeren, waardoor hij nog agressiever uit de hoek kwam. Dat boezemde me angst in. Ik voelde dat ik assertief moest zijn, maar anderzijds ook niet té, omdat hij anders te kwaad zou worden. Dat is een dunne koord om op te balanceren. “
Wanneer begon het écht fout te lopen?
LIEKENS: “Op een dag had hij het in een brief over ‘dat mooi blauwe kleedje dat dinsdag aan de wasdraad hing’. Hij vond dat niet mooi bij me passen en wou dat ik dat niet meer op tv aandeed. Ja, dan sla je tilt omdat je weet dat hij op zijn buik tussen de struiken in je tuin ligt. Anders zie je mijn wasdraad niet. Als je die controle van zo dichtbij voelt, dan voel je je ook fysiek bedreigd. Dat was de reden waarom ik een omheining rond mijn woning heb geplaatst. Ik weet nog dat ik niet meer met mijn wagen voor de poort durfde stilstaan. Zoveel schrik, had ik. Ik kwam aangereden, opende met mijn afstandsbediening de poort, reed een blokje om en dan floepte ik pas binnen.”
Heb je de politie gecontacteerd?
LIEKENS: (schiet in de lach) “Ja. Ik had hen gezegd dat ze het discreet moesten aanpakken omdat ik hem niet onnodig kwaad wou maken. En wat deden ze? Ze belden die kerel meteen op. Het allerlaatste wat ze moesten doen, natuurlijk. De week erna was ik pas écht doodsbang.”
Wat moet je dan wel doen? Je partner erop afsturen?
LIEKENS: “Neen. Want een stalker hecht daar geen belang aan. Hij of zij is de man of vrouw van je leven, niet die onnozelaar die toevallig in je huis woont. De rest bestaat voor hen niet. Dan krijg je dezelfde reactie als toen de politie hem belde. ‘Goedele, moet je nu eens wat weten? De politie zit achter ons aan. We moeten vluchten! Iemand heeft het slecht voor met ons.’ Er is maar één remedie voor zo’n mensen: zwaar in therapie gaan met medicatie er bovenop.”
Hoe is het gestopt?
LIEKENS: “Dat weet ik eigenlijk niet zo goed. Die uitzending, waar hij trouwens nooit op gereageerd heeft, veroorzaakte wel wat media-aandacht. Had het daar mee te maken dat hij wat kalmer werd? Ik weet het niet. Uiteindelijk is het uitgedoofd. Misschien is die mens verhuisd, of leeft hij niet meer.”
Zou je het achteraf anders aangepakt hebben?
LIEKENS: “Ik had in het begin assertiever moeten reageren. Maar ja, wij Vlaamse meisjes zijn zo niet opgevoed. Als een man vraagt om iets met je te gaan eten, zeg je niet in zijn gezicht: ‘Ik heb geen zin’. Je antwoordt beleefd: ‘Graag, maar deze week heb ik geen tijd. Een andere keer?’ Ik kwam altijd met excuses af en was misschien hierdoor niet duidelijk genoeg. En dan geef je zo’n gasten valse hoop. Anderzijds: als je wél duidelijk bent, en heftiger bent in je afwijzingen, riskeer je dat ze agressief worden. (stil) Dat bipolaire vind ik zo eng aan stalkers: hoe ze in één seconde van poeslief naar agressief kunnen omslaan.”
Je bent psychologe. Hoe schat je de psyche van een stalker in en hoe kan je er best mee omgaan?
LIEKENS: “Het is belangrijk dat je snel door hebt dat dit geen fan is. Ik heb nog steeds een bewonderaar die briefjes in mijn bus steekt, daar zit niks kwaadaardig in; ik heb zelfs met die mens te doen, de eenzaamheid druipt ervan af. Een echte stalker is controlerend, veeleisend, agressief. Die leven in hun eigen fantasiewereld en vertonen psychotisch gedrag. Ze hebben het waanbeeld dat ze een relatie hebben met het object van hun verlangen. Die denken niet ‘ik wil die,’ maar ‘ik heb die al’. Ze zien een ons die er niet is. Mijn stalker dacht zelfs dat ik op televisie met hem communiceerde. Als ik mijn hand op het scherm bewoog, was ik naar hem aan het zwaaien. ‘Leuk dat je met dat gebaar aan mijn verjaardag dacht,’ schreef hij. Dat er toevallig in die uitzending ook een slagroomtaart verscheen en mijn lippen fel gerood waren, dat was ook allemaal voor hem bedoeld.”
Zo’n kleine twintig jaar later is het fenomeen nog steeds alomtegenwoordig. De lijst met gestalkte vrouwelijke BV’s is eindeloos. Schlagerzangers Laura Lynn (41) zag haar stalker dit jaar tot 9 maanden effectieve celstraf veroordeeld worden.
LAURA LYNN: “Hij leek aanvankelijk een doodnormale fan. Een dertiger die voor het podium stond mee te zingen en te dansen. We raakten na een optreden aan de praat, hij beweerde zelf zanger te zijn. Niet veel later begon hij sms’en naar mijn moeder te sturen. Mijn nummer had hij niet, maar ik vermoed dat hij écht dacht dat zijn sms’en bij mij terecht kwamen. Hij was duidelijk verliefd op me. Hij wou met me afspreken. Anders zou hij alles aan mijn vriend vertellen…”
Wat bedoelde hij met ‘alles’?
LYNN: “Hij insinueerde dat ik achter de rug van Matthias een affaire had. ‘Momenteel zit Laura in de muziekstudio met een man te vrijen,’ stuurde hij naar Matthias. ‘Da’s dan vreemd, want ze ligt hier nu naast me in bed,’ antwoordde mijn vriend. Maar dat schrikte hem niet af. Hij bleef Matthias en mijn moeder lastig vallen met sms’en. Dat ik zonder onderbroek op het podium stond, dat ik me liet betalen voor seks, dat hij naar de pers zou stappen om mijn affaires te onthullen, enzovoort. Tot soms wel negentig sms’jes per dag. Toen we zeiden dat dit moest stoppen, stelde hij Matthias een deal voor: ‘Laat het één keer toe. Laat me één keer seks hebben met Laura en dan stop ik.’ In zijn kop had ik affaires met tientallen mannen, dus vond hij dat hij ook wel recht had op een nummertje.”
Ik veronderstel dat de deal niet is doorgegaan?
LYNN: (lacht) “Neen. We zijn toen naar de politie gegaan. Al was dat voor mij een moeilijke stap. Dat kwam omdat hij niet àltijd een stalker was. Nadat hij ambetante sms’jes stuurde, wilde hij het altijd weer goedmaken. Dan excuseerde hij zich uitvoerig en bespeelde hij de gevoelige snaar. Hij zei dat Matthias en ik zo’n mooi koppel waren en ons kindje cadeautjes zou geven. Toch was de beslissing om naar de politie te stappen, de juiste. De man had al een gerechtelijk verleden i.v.m. stalking en zedenfeiten. Voorlopig horen we er niks meer van, wellicht omdat hij in de cel zit.”
Ex-Miss België en presentatrice Véronique De Kock (40) had een paar jaar geleden een gelijkaardige stalker aan haar been.
DE KOCK: “Een jonge gast met een ongezonde aandacht voor mij. Hij belde me altijd op mijn gsm. ‘Hey Véroniekske, hoe is het schatteke?’ zei hij, waarna hij met zijn vunzige praat begon. Ik drukte altijd snel af, maar de telefoontjes bleven komen: om één uur ’s nachts, om vier uur ’s nachts – om gek van te worden. In het begin had ik geen schrik, het was gewoon vervelend. Tot ik op een dag voor een rood licht op de Antwerpse Leien stond. Ik had net een cola uit de Quick in mijn handen, toen de telefoon ging. ‘Smaakt uwen cola?’ vroeg een stem. Mijn bloed trok uit m’n hoofd weg. Die was me dus gevolgd en zat me te begluren! Toen werd ik echt bang. Ik had geen seconde gemoedsrust meer.”
Hoe heb je de situatie opgelost?
DE KOCK: “Hem bij de politie aangegeven. Die kon zijn oproepen traceren. Bleek dat hij telkens uit een telefooncabine aan de Rooseveltplaats belde. Daar hebben ze hem opgepakt. Hij werd veroordeeld en heeft zes maanden cel gekregen. Daarna liet hij me met rust.”
“Ik heb er ook één gehad die elke dag een roos voor m’n deur legde. In het begin lachte ik daarmee, ik vond het wel charmant. Tot ik hoorde dat hij in een gesticht zat. Elke dag ontsnapte hij tijdens z’n middagpauze uit de psychiatrische instelling om de bus te pakken en me een roos te bezorgen. Dan denk je: ‘Wat moet ik doen als zo iemand ooit voor me staat?’”
Hem voor een kopje koffie uitnodigen en een job als tuinier aanbieden?
DE KOCK: “Zwaans niet, hé! Voor hetzelfde geld flippen die gasten als ze je ontmoeten. Vergeet niet dat hij wél elke dag over mijn hek klauterde, hij trad binnen in mijn privé. Uiteindelijk hebben agenten hem aan mijn voordeur gesnapt. Hij had de roos nog in zijn handen. Ze hebben die verbaal aangepakt en dat was blijkbaar voldoende. Daarna heb ik geen rozen meer gezien.”
Welk advies kan jij als ervaringsdeskundige aan BV’s geven die gestalkt worden?
DE KOCK: “Negeren en vooral niét met hen in dialoog te gaan. Telefoon neerleggen en de flikken bellen. Dan houdt het vanzelf op.”
Je hoeft niet op televisie of in de boekskes te verschijnen om een stalker aan je been te hebben. Een goed boek schrijven kan eveneens een aanleiding zijn voor ongewenste idolatrie. Dat ondervond auteur Peter Verhelst (55) toen hij in 2000 met zijn boek Tongkat de Gouden Uil veroverde.
PETER VERHELST: “Het begon met een vreemd telefoontje van een man. ‘Meester, mag ik uw slaaf zijn?’ zei hij. Ik had niemand nodig om in mijn tuin te werken en bezat ook al een vaatwasmachine, dus ging ik niet op zijn aanbod in. ‘Dat is één die zich interessant wil maken,’ dacht ik en ik verwachtte dat het hierbij ging blijven. Maar hij belde terug en kreeg mijn vrouw aan de lijn. Hij vroeg haar hoe het voelde om een penis in haar aars te voelen. Dan wordt het ineens minder leuk. Een paar weken later had ik een lezing. Na de voorstelling stond er iemand uit het publiek op. Een wat schimmig, kruiperig figuur. Hij stond half voorover gebogen, zoals die Sméagol uit Lord of the Rings. Zijn gezicht herinner ik me niet meer, behalve dat hij een baard had. Maar ik weet wel nog dat hij identiek dezelfde kleren als ik droeg. Creepy. “Meester, mag ik uw slaaf zijn,” riep hij voor een volle zaal. Normaal denk je dat zo’n situatie enkel in films voorkomt. Als je het anderen hoort vertellen, schiet je in de lach, maar niet als je het zelf meemaakt: ik werd witheet van woede. Ik heb me toen ongelofelijk kwaad op hem gemaakt. Maar hoe luider ik naar hem riep, hoe meer hij leek te genieten. Hij stapte met zo’n raar lachje op zijn gezicht steeds verder achteruit. Hij was compleet niet geïntimideerd, dat was wat hij wilde: vernederd worden voor een volle zaal. Ik bezorgde hem de avond van zijn leven.”
Stopte het daarna?
VERHELST: “Neen. De apotheose was een telefoon naar mijn vrouw. Aan zijn ademhaling te horen, was hij bezig met onzedige handelingen. Toen dacht ik: ik ga u een peer op je gezicht geven. Maar het werd nog erger. Een paar dagen later zaten mijn vrouw en ik samen in de wagen. Plots kregen we telefoon. ‘Je weet toch waar je zoon is?’ zei een stem. We zijn toen aan 160 km/h naar zijn school gereden en als twee gekken de klas binnengestormd. Ik zie nog steeds het stomverbaasd gezicht van de kleine. Op dat moment, was ik er helemaal klaar mee: ik wou die kerel met een bazooka afknallen.”
Heb je de politie gecontacteerd?
VERHELST: “Neen. Ik heb dat niet gedaan. De leraars op de school hielden een oogje in het zeil. Ik had ook weinig tastbare bewijzen. De feiten zijn nooit zo zwaarwichtig geweest dat er lichaamsdelen of – vochten in de brievenbus gedropt werden. Maar hoe dan ook, als ze je kinderen erbij betrekken wordt het ranzig. Al ben ik er niet zeker van of dat dezelfde dader was dan de slaaf-man. Allerlei vreemde zaken kwamen toen samen. Mijn analyse was dat alles te maken had met mijn plotse bekendheid door het winnen van de Gouden Uil. Als je succes hebt en veel in het nieuws komt, wekt dat precies ongewenste reacties op. Tom Lanoye had het ook meegemaakt, Paul Mennes had zelfs een stalker die op zijn deurdrempel kwam liggen. Ik besloot toen om mezelf voor de buitenwereld als een Jan Lul te gaan voorstellen. In het eerstvolgende interview, aan HUMO geloof ik, ben ik me bewust low profile gaan gedragen. De tactiek werkte, nadien ben ik nooit meer lastig gevallen.”
Voormalig radiopresentator Michel Follet (57) besloot van de nood een deugd te maken en bracht in 2001 een boek uit over zijn stalkster. In ‘Oogcontact’ beschreef hij zijn ervaringen met Maria, een vrouw van middelbare leeftijd die hem vijf jaar onophoudend stalkte.
MICHEL FOLLET: “Ik denk dat ik onbewust zelf de stalking in gang heb gezet. Als radiostem bij een populaire zender zoals DONNA, kom je rechtstreeks de huiskamer binnen. Die dame voelde zich door mij aangesproken. Ze stuurde me briefjes om me te bedanken. Omdat ik nazorg belangrijk vond, stuurde ik luisteraars altijd een bedankkaartje terug. Wellicht heeft die dame teveel kaartjes van mij gekregen. Zo ontstond bij haar het vermoeden dat ik meer dan een normale sympathie voor haar koesterde. Ze werd aangemoedigd om me te blijven contacteren. Haar briefjes werden ellenlange faxen met poëtische liefdesverklaringen.”
Had je toen al door dat het een stalkster was?
FOLLET: “Neen, de signalen werden me pas later duidelijk. Een stalker gaat altijd op dezelfde manier te werk: hij onderneemt iets en verwacht een reactie. Maria liet haar sleutels en portefeuille in mijn brievenbus achter omdat ik ze zou terugbrengen. Zo kon ze met mij in contact komen. Eigenlijk was ze een lieve stalkster, een soort weldoenster. Ze stuurde me allerlei cadeautjes; zo lagen er in het aspergeseizoen kilo’s asperges voor mijn deur. Heel mijn familie kon er weken van eten. Ze stuurde me ook voortdurend zakjes M§M’s, in het begin had ik het niet door, maar die verwezen naar Michel en Maria. Ze infiltreerde echter ook in mijn kennissenkring. Ze stuurde geschenken en verjaardagkaartjes naar mijn nichtjes die ze van haar noch pluimen kende.”
Wanneer werd het voor jou vervelend?
FOLLET: “Toen ze overal begon op te duiken. Ging ik naar de bioscoop, dan zat ze een paar rijen achter me. Stond ik in de supermarkt, dan zag ik ze naar me turen tussen de winkelrekken. Ze hield me in de gaten. En dat vond ik geweldig eng. Op een dag zat ik met een twintigtal vrienden in een kermistent. Toen de ober met de drankbestelling kwam, wees hij naar een hoekje in de zaal. ‘De drankjes werden je door die gulle dame aangeboden.’ Geloof me, als je al je vrienden het glas ziet heffen naar je stalkster, zit je te sterven op je stoel. Ze begon zich ook allerlei dingen in te beelden. Dat ik enkel voor haar radio maakte en verborgen boodschappen naar haar stuurde. Op den duur durfde ik geen platen meer draaien waarin ‘Maria’ voorkwam – en dat zijn er nogal wat. Kortom, ze nestelde zich tussen mijn oren. Ik werd paranoïde, als ik in mijn auto stapte dacht ik dat ze aan mijn achteruitkijkspiegels had gedraaid.”
Heb je maatregelen tegen haar genomen?
FOLLET: “Ik wou haar doen geloven dat ik was verhuisd. Daarom veranderde ik de naam op mijn deurbel en hing ik lakens over de staanlampen. Het haalde niks uit. Toen er een paar dagen later een nieuwe wagen voor de deur stond, feliciteerde ze me met de aankoop. De politie heb ik niet gecontacteerd. Ik kon haar weinig aanwrijven, behalve dat ze af en toe opdook en me veel cadeautjes gaf. Er zat geen kwaad in dat mens. Ze benaderde me niet, ze hield me gewoon in de gaten. Ik wou het eigenlijk met mijn boek oplossen. Door haar gedrag neer te schrijven, hoopte ik dat ze tot inzicht zou komen. ‘Je spendeert al je tijd en geld aan mij, je verknoeit je leven!’ Dat was de boodschap die ik wou brengen. De slotscène in het boek, de apotheose na vijf jaar stalking, is het betere Hitchkock-werk. ‘Ik ben in jouw buurt komen wonen om elkaar nog meer te zien, hier zijn de sleutels van mijn woonst,’ zei ze, nadat ik al jaren smeekte om me met rust te laten. Eén keer heb ik haar gebeld om haar beweegredenen te weten. Ze vertelde me dat ik tijdens haar huwelijksreis in Indonesië was verschenen. Ze besefte ineens dat ik ‘De ware’ was en heeft daar ter plekke haar huwelijk opgeblazen. Er zullen dus wel amoureuze gevoelens gespeeld hebben.”
Hoe reageerde ze op je boek?
FOLLET: “Niet positief. Ze heeft naar mijn bazen geschreven dat het vol met leugens stond en dat ik haar fiets had gepikt. Maar het boek had wel effect: ze is toen gestopt. Tot het een paar maanden later opnieuw begon. De laatste stuiptrekkingen dateren van een paar jaar geleden. Het feit dat ik niet meer op de radio te horen ben, zal daar wel een rol in gespeeld hebben. Dat ‘bekend zijn’ wekt voor veel mensen erotiserend. Maria was ook dol op andere BV’s. Ik weet nog dat ze me cadeautjes gaf die ik aan Rob Vanoudenhoven moest bezorgen. Als de BV-stempel verdwijnt, worden stalkers ook niet meer geprikkeld.”
Heeft deze langdurige stalking je veranderd?
FOLLET: “Absoluut. Ik ben voorzichtiger geworden in mijn sociale contacten. Vroeger was ik iemand die nogal snel vriendschappen sloot, nu kijk ik uit met iemand die te snel familiair doet of me te vlug benadert. Soit, ik hoop uit de grond van mijn hart dat Maria het nu goed stelt. Volgens mij was ze een eenzame vrouw die gewoon gezelschap zocht.”
Ook politici zijn gegeerd wild op de stalkersmarkt. Drie jaar lang bedreigde een 48-jarige Antwerpenaar burgemeester Bart De Wever via Facebook en sms’en met de dood. Nadat hij ook Wouter Beke en Kris Peeters lastig viel, en had gezworen dat hij het Gravensteen en het Koningshuis in brand zou steken, werd de man geïnterneerd. Hetzelfde lot viel een 62-jarige vrouw te beurt die staatssecretaris Theo Francken 3 jaar lang had gestalkt. Ze wou de nieuwe Vlaamse Minister-president worden en zette haar sollicitatie kracht bij met anonieme telefoontjes, tot maar liefst 250 oproepen per dag. En vorige week raakte bekend dat Herman De Croo (80) tot duizenden faxen per jaar ontving van een 59-jarige vrouw uit Gent.
HERMAN DE CROO: “Ik doe nog aan politiek dienstbetoon en ontving deze mindervalide dame een paar keer op mijn zitdagen. Kort na haar eerste bezoek, zo’n vijf jaar geleden, is ze me de ene fax na de andere beginnen sturen. Nogal filosofisch van aard: over de toekomst en lotsverbeteringen van deze wereld. Maar niks scabreus, dus heb ik ook geen klacht ingediend tegen haar. Blijkbaar hebben anderen dat nu wel gedaan. Maar voor wat opgelopen papierkosten, ga ik geen schadevergoeding eisen.”
Vind je dit stalking?
DE CROO: “Niet in de negatieve zin, die vrouw heeft niks te kwader trouw gedaan. Maar de laatste twee jaar is het hier wel faxen beginnen regenen. Mijn medewerkers hebben ze eens een jaar bijgehouden en gestapeld: ze kwamen aan anderhalve meter papier! Het moeten er meer dan tienduizend geweest zijn. Een hele nacht stond dat toestel te piepen. Je zou het faxstalking kunnen noemen. Soms kwamen er tien pagina’s in één keer uit – vol met futuristische tekeningen over geesten en andere bizarre dingen. Normaal krijgt iedereen een antwoordje van mij, maar als ze je 7 pagina’s marsmannen sturen, wordt dat wat moeilijk.”
Let je nu beter op om iemand zomaar je fax- of mailadres te geven?
DE CROO: “Neen. Ik beantwoord gemiddeld nog steeds 500 mails per week, waartussen veel mensen zitten die ik niet ken. Ik stel twee voorwaarden: ze moeten een échte naam én hun adres achterlaten. Geen JOJO43@hotmail.com of ander gezever. Ik wil weten met wie ik te maken heb, onderschat het aantal kierewieten niet dat er rondloopt.”
Is mevrouw ondertussen gestopt met faxen sturen?
DE CROO: “Neen hoor. Ik heb er de voorbije dagen nog een paar gekregen. Naar verluidt overweegt men een opname van de dame. Misschien stopt het dan.”
Niet iedereen is in staat om luchtig over zijn stalker te praten. Koen Wauters weigert al jaren elk gesprek over Sidi Croes. In het midden van de jaren ’90 maakte deze dame het leven van de zanger tot een hel. De Nederlandse, die dacht dat alle Clouseau-nummers over haar gingen, achtervolgde hem vier jaar lang. Ze brak vier keer bij hem in en verscheen zelfs in zijn badkamer. Ook Axel Daeseleire (48) is niet meteen happig om het over zijn stalkster te hebben. “Ik word hier écht niet graag aan herinnerd,” zegt hij me meermaals. In 2000 kwam de acteur in het vizier van ene Viviana. Zonder dat hij er erg in had, geraakte hij verstrikt in het web dat ze subtiel voor hem had gesponnen.
AXEL DAESELEIRE: “Het was een dame die iets jonger was dan ik. Ik ontmoette haar op de tram. Ze herkende mij en sprak me aan. Ze gaf zich uit als regisseur en wou een toneelstuk met me maken dat verfilmd kon worden. Haar verhaal klonk heel geloofwaardig: ze had het over teksten van Paul Auster en subsidies die ze bij Sundance (red; non-profit organisatie in de VS die onafhankelijke storytellers in theater- en filmwereld steunt) had aangevraagd. We wisselden telefoonnummers uit en een paar dagen later ging ik koffie met haar gaan drinken. Niks wees erop dat ze andere bedoelingen had dan professionele, dus volgden er snel nog een paar afspraakjes.”
Wanneer rook je onraad?
DAESELEIRE: “Toen een paar zaken samenkwamen. Ze stuurde me al snel een cadeautje: de verzamelde werken van Shakespeare. En na een volgende afspraak kreeg ik een sms die naar mijn gevoel iets te familiair was: ‘Zo blij je nog eens te zien. Kusjes, kusjes, kusjes.’ Al wekte dat nog geen argwaan. Dat gebeurde pas toen de frequentie van de sms’jes toenam en ze boos werd als ik niet onmiddellijk reageerde. Over het toneelstuk werd met geen woord meer gerept, het enige wat ze wou was mijn aandacht. Ze bestookte me met berichten. Ik had ondertussen ontdekt dat ze ook collega’s van me op een dwingende manier had benaderd. Haar focus lag weliswaar op mij, maar daarnaast wou ze zich ook in de kijker spelen binnen mijn beroepsomgeving.”
Heb je toen meteen met haar gebroken?
DAESELEIRE: “Neen. Ik heb haar eigenlijk een paar maanden laten doen, tot ze ook om de haverklap aan mijn deur stond. Toen heb ik haar met aandrang gevraagd om uit mijn leven te verdwijnen. Helaas werd het alleen maar erger. Ze begon me in haar sms’en fysiek te bedreigen. (zwijgt even) Man, echt, ik vind het verschrikkelijk om daar nu opnieuw over te praten… Om reactie bij mij uit te lokken, varieerde ze haar toon constant. Van poeslieve en seksueel geladen berichten, tot zwaar agressieve en vileine taal. Ik wil niet citeren, maar het was op het ziekelijke, psychopathische, af. Alle registers werden open getrokken om me uit mijn kot te lokken.”
Goedele Liekens vertelde me dat stalkers in ‘wij’-termen denken. Zag ze jou ook als haar partner?
DAESELEIRE: “Dat denk ik wel. Ze was maniakaal geobsedeerd door mij en probeerde me constant te manipuleren. Hierin kende ze écht geen scrupules. Toen mijn goede vriend Donald Madder in 2001 stierf, wierp ze zich op als troostende schouder, maar dat was natuurlijk het allerlaatste wat ik nodig had. Toen ik daar niet op reageerde, vertelde ze meteen gemene dingen over hem om me te kwetsen. Ze misbruikte mijn rouw om aandacht te wekken. Ik vind dat onder de gordel van de ziel.”
Haar obsessie moet groot geweest zijn. Zo las ik dat ze op straat een agente aanviel omdat ze – onterecht – dacht dat zij een vriendin was van je.
DAESELEIRE: “Ja, dat was ik al vergeten. Dat zit allemaal ondertussen zo ver wég. En gelukkig maar… Ik herinner me wel dat ik aangetekende brieven van haar advocaat kreeg waarin stond dat ik haar cadeaus op een onrechtmatige manier had eigen gemaakt. De omgekeerde wereld: ze dreigde ermee om mij voor de rechtbank te dagen. Toen heb ik beslist de politie in te schakelen. Die hebben een PV opgemaakt op basis van de sms’jes die ze me stuurde. De geschenken heb ik teruggegeven – al had ik meer zin om ze in de fik te steken. Gelukkig werd mijn klacht onmiddellijk ernstig genomen en was er een wettelijk kader om stalkers te vervolgen. Een paar jaar eerder was dit nog niet het geval. Na haar veroordeling stopte het. Blijkbaar had het contactverbod en de voorwaardelijke celstraf indruk op haar gemaakt.”
In de rechtbank heb je ook een morele schadevergoeding gevraagd.
DAESELEIRE: “Klopt. Haar gedrag heeft me mentaal en fysiek beschadigd. Per dag kreeg ik van haar zo’n dertig telefoonoproepen. Tel daar nog eens zo’n 40 à 70 sms’en bovenop en je wordt knettergek. Dat werkte enorm uitputtend; ik repeteerde toen voor een productie in het Toneelhuis en kon gewoon mijn hoofd er niet bij houden. Bij elke sms, dacht ik: ‘Daar heb je ze weer.’”
Waarom veranderde je niet van telefoonnummer?
DAESELEIRE: “Moest ik me dan aan haar aanpassen? Da’s hetzelfde als naar een ander land verhuizen omdat er hier terreuraanslagen plaats vinden. Want dat was het: terreur. Een stalker sluipt niet alleen in je privéleven binnen, maar gaat ook tussen je oren zitten. Op een agressieve, degoutante, onrespectvolle manier – zoals ook een terrorist te werk gaat. Je mag dat echt niet onderschatten. De straf die ze heeft gekregen, is niks vergeleken met wat ze mij heeft aangericht.”
Heeft het je omgang met mensen veranderd?
DAESELEIRE: “Nadien heb ik eventjes een veilige cocon rond me gebouwd. Je trekt lessen uit die ervaring. Mensen die ineens veel aandacht vragen, daar ben ik nu toch wel meer voor op mijn hoede. Die vrouw heeft mijn persoonlijkheid niet veranderd, maar op het hoogtepunt van de stalking, haalde ze wel het slechtste in me naar boven. Gevoelens waarvan ik niet wist dat ze in me zaten: ik werd écht moordlustig. Toen ik ze eens voor mijn deur aantrof, had ik het geluk twee vrienden bij me te hebben, anders had ik haar zware fysieke schade toegebracht. Dat is net het gevaar aan stalking: men krijgt je zo buiten zinnen, dat je jezelf niet meer in de hand hebt. Dan word je aangeklaagd voor slagen en verwondingen, maar men vergeet welke interne verwondingen er al bij jou zijn toegebracht.”
Klopt het dat je in therapie bent gegaan om de stalking te verwerken?
DAESELEIRE: “Therapie is een groot woord, ik ben gewoon met iemand gaan praten. Ik kon de woede die in mij huisde, niet meer alleen de baas. Ik had hulp nodig om die te kanaliseren. Na twee à drie gesprekken kon ik weer verder. Vergeet ook niet dat door de stalking mijn rouwproces werd onderbroken. Ik kon niet op een normale manier het verlies van mijn beste vriend verwerken. Dat in combinatie met het harde werk, maakte dat ik door een zware periode ging.”
Mocht het te herdoen zijn, zou je de stalking anders aangepakt hebben?
DAESELEIRE: “Ik zou nu sneller gerechtelijke stappen nemen. Ik heb het te ver laten komen. Als ik nu twee dagen na elkaar dertig sms’en krijg, stap ik meteen naar de politie. Gelukkig is dat – hout vasthouden – niet meer voorgevallen.”