“Het is exact een jaar geleden,” fluistert Bart Schols (45) terwijl hij van een rozebottelthee nipt. Hét, dat was het moment waarop hij er eind 2018 helemaal onderdoor ging. Deze zomer praatte hij in De Morgen openhartig over die zwarte periode en dat vond hij eigenlijk voldoende. “Ik wil het hele verhaal niet overdoen. Want dan schiet zoiets z’n doel voorbij. ‘Daar heb je hem weer met zijn depressie.’ zeggen mensen dan. Terecht. Anderzijds heb ik aan den lijve ondervonden dat sommigen er wel degelijk iets aan hebben. Dus stel je vragen maar. Maar wees er zuinig mee, en stop het in het midden van het artikel weg. Ik wil er echt niet mee koketteren.”
Laten we dan maar beginnen met het duidingsprogramma De Afspraak dat je nu al bijna vijf jaar presenteert. En momenteel zwaar over de tongen gaat in De Wetstraat. Er schuiven teveel dezelfde mensen van linkse signatuur aan, stond in De Morgen te lezen.
SCHOLS: (zucht) “Hoe relevant was dat artikel? Alle getuigenissen waren anoniem. En ze zitten er ook naast, vrees ik. Mocht men eens turven wie er bij ons langskwam, de schellen zouden van de ogen vallen: geen enkel duidingsprogramma is zo divers. En dan zwijg ik nog over de keren dat politici uitgenodigd zijn maar niet willen komen. Ach, de enige conclusie die ik daaruit trek is: we matter. Zoveel is duidelijk (lacht).
Er wordt de laatste tijd wel meer door politici op de VRT geschoten. Heb je ook het gevoel dat vooral de N-VA achter het kanon staat?
SCHOLS: ”Daar ga ik me niet over uitspreken. Eigenlijk heb ik van elke partijvoorzitter al eens een kwade sms gehad. En het valt steeds meer voor dat ik na een uitzending de bak vol krijg uit zowel linkse als rechtse hoek. Onlangs noemde een N-VA-politicus me na een uitzending op Twitter ‘rode Schols’ en werd ik door iemand van Groen op Facebook als “diep donkerblauw” gesignaleerd. (lacht) Dan denk ik: we zitten goed. “
In 2015 werd je door je bazen teruggefloten na een interview met IS-strijder Younes Fortry. Je beweerde toen dat de VRT steeds meer schrik krijgt van de politiek. Denk je daar nu nog steeds zo over?
SCHOLS: “Neen, dat had toen betrekking op de voormalige hoofdredactie (red; Björn Soenens en Luc Rademakers). Zij hadden voor hun werknemers moeten gaan staan, maar hebben net het omgekeerde gedaan. Ze hebben zich daar ook voor geëxcuseerd trouwens. Maar goed, vandaag zijn er andere bazen. Ik denk dat de politieke druk minstens even groot is, maar dat onze nieuwe hoofdredacteurs daar veel minder krampachtig mee omgaan. Ze hebben hun contacten en praten met iedereen.”
Dat lazen we ook in dat De Morgen-artikel. ‘De hoofdredacteurs gingen polsen bij de partijvoorzitters welke knopen er weggemasseerd dienden te worden.’ Joël De Ceulaer stelde zich ernstige vragen bij zo’n ingesteldheid.
SCHOLS: “Ik zie daar geen graten in. Kritiek op ons werk moet kunnen, we worden betaald met belastinggeld. Het is niet omdat politici over ons werk vragen stellen, dat we naar hun pijpen gaan dansen. Voor alle duidelijkheid: ik ben nog nooit door een hoofdredacteur in een politieke richting geduwd. En ik denk dat dit ook niet snel zal gebeuren. De mensen vergeten hoe hoog wij neutraliteit in het vaandel dragen. Pieterjan De Smedt die zei dat hij zich in een stemhokje ongemakkelijk voelde, ik herken dat gevoel. Of je nu Dries Van Langenhove of Raoul Hedebouw bent, iedereen wordt bij ons met dezelfde egards behandeld. En mocht dit niet zo zijn mogen ze me daar gerust op aanspreken.”
Na een incident met Pol Van Den Driessche in 2016 wilde Bart De Wever niet meer in jullie programma opdraven. Vinden jullie dat jammer?
SCHOLS: “Eerlijk, ik denk niet dat we mijnheer De Wever op dat moment al hadden uitgenodigd. Er is trouwens geen enkel probleem met de N-VA; mensen als Peter De Roover, Jan Peumans, Assita Kanko, en Zuhal Demir zitten regelmatig bij ons. En als iemand niet wil komen is dat natuurlijk zijn of haar volste recht.”
Het valt me op dat je zo weinig vijanden hebt. Ik kan me maar één iemand voor de geest halen: Dyab Abou Jahjah.
SCHOLS: “Ik beschouw mijnheer Abou Jahjah absoluut niet als een vijand. Ik ben toen wel geschrokken van hoe hij tekeer ging. Hij had ooit Bart De Wever een zionistenpijper genoemd. Ik herinnerde hem op antenne aan die uitspraak en dat heeft hij me kwalijk genomen. Na de uitzending hebben we dat als volwassen mensen uitgepraat, of dat dacht ik toch (lacht). Want niet veel later gooide hij alle remmen los op Twitter. Soit, ik ga daar echt mijn slaap niet voor laten. Maar hij is nog steeds welkom in ons programma.”
Volgens De Morgen hebben de regeringspartijen meer problemen met De Afspraak dan met Terzake. Hoe komt dat, denk je?
SCHOLS: “Omdat onze invalshoek verschillend is? Terzake behandelt de feiten, wij zijn een opinieprogramma. In Terzake zetten ze Theo Francken tegenover Maggie De Block over migratie, wij nodigen iemand uit om over hén te praten. En opiniemakers spreken zich per definitie vaak uit voor of tegen iemand. Ook al stel je kritische vragen: zoiets blijft gevoelig. Door de sociale media is de kritiek ook meer ‘out in the open’. Tien jaar geleden was er wellicht ook politieke druk op de VRT, maar gebeurde dat veel discreter. Verhalen genoeg van toppolitici die hoofdredacteurs opbelden en afblaften, maar dat kwam niet naar buiten. Nu voelen politici zich gesteund door hun achterban op Twitter, waardoor sommigen nu ook online graag stoere verklaringen afleggen.”
Lange tijd was de perceptie dat jullie een rood bastion waren, maar nu merk ik ook kritiek uit linkse hoek. Vooral omdat jullie Vlaams Belang-politici uitnodigen. Jullie zouden hierdoor extreemrechts mainstreamen.
SCHOLS: “Als Dries Van Langenhove lijsttrekker is in Vlaams-Brabant en daar 40.000 stemmen haalt, wie zijn wij dan om hem niet uit te nodigen? Voor sommigen is dat misschien vervelend, maar vraag je je dan niet beter af waarom de mensen niet op jou hebben gestemd? Ik zoek bij die traditionele partijen zo hard naar een identiteit. Waar staan ze eigenlijk nog voor? Als er één partij zich loskoppelt van het electorale gedoe, vasthoudt aan eigen normen en waarden, uitlegt waarom sommige beslissingen nodig zijn en écht luistert naar de besognes van de mensen, dan zal die scoren. Elke politicus met een beetje gezond verstand zorgt er toch voor dat een arbeider die zijn leven lang heeft gewerkt niet minder rechten heeft dan een net gearriveerde asielzoeker? Dat heeft toch niks met links of rechts te maken? Maar de onnozelheden stapelen zich maar op. Vandaag verhogen politici de pensioenleeftijd, terwijl ze daar in hun verkiezingscampagne met geen woord over repten. Ze schaffen de woonbonus af, terwijl ze voor de verkiezingen riepen om die te behouden. En voor rekeningrijden is er “geen draagvlak”. Tja. CD&V liet op haar congres zelfs na haar leden in te lichten over de aanpassing aan de kinderbijslag in het Vlaams regeerakkoord, toch geen onbelangrijk thema me dunkt voor een gezinspartij. Ik zit daar met grote ogen naar te kijken.”
Men durft de eierschalen niet meer breken om omeletten te bakken?
SCHOLS: “Inderdaad. Politiek gaat toch over het maatschappelijk belang? Als alle wetenschappelijke onderzoeken uitwijzen dat criminelen beter niet alleen op een repressieve manier behandeld worden, waarom volgen dan zoveel politici de roep van het volk om ze net niet op de brandstapel te zetten? Leg de mensen uit dat we beter af zijn met gevangenen die leren om zich opnieuw in de maatschappij te integreren dan in cellen tikkende tijdbommen te creëren. Hetzelfde met het klimaat. Nu nog durven er politici over klimaatalarmisme en “doemscenario’s” te spreken. Heb je al eens gezien wat er momenteel in Australië aan het gebeuren is? Elk jaar zijn er daar meer bosbranden. Een gebied zo groot als België staat in de fik.”
Heb je dan geen hartzeer als een Jean-Marie Dedecker in jouw programma dat allemaal minimaliseert?
SCHOLS: “Hier praat ik als mens, in De Afspraak ben ik journalist. Ik hoef het niet met al mijn gesprekspartners eens te zijn maar je moet wel tegengas geven. Daarom ben ik blij dat we ook Valerie Trouet, een klimaatwetenschapper, wisten te strikken. (zwijgt even) En voor iemand nu zegt, Schols komt weer met een linkse klimaatgoeroe aandraven: Trouet zegt dat we kernenergie zullen nodig hebben om de klimaatcrisis op te lossen. Dus in jullie mand, trollen. (lacht)”
Alles wat je doet ligt inderdaad onder het vergrootglas. Jouw bedenkelijke blik toen je vroeg of Asitta Kanko zich echt Vlaams-nationalistische voelde, was zelfs het onderwerp van een Twitteroorlog.
SCHOLS: (ironisch) “Ja, dààr ging ik nogal uit de bocht, zeg (lacht). Ik had er misschien expliciet bij moeten zeggen dat mevrouw Kanko nog niet zo lang geleden lid was van de MR, voor zover ik weet toch nog altijd een partij die België omarmt. En dat ze in een verder verleden een fel anti-nationalistisch pamflet geschreven heeft. Ach, zoiets is makkelijk te relativeren. Het is op vaak zo dat vooral de achterban die op zo’n moment uit de bocht gaan hoor. Zij had geen problemen met mijn vragen. Toen Twitter ontplofte, stuurde ik haar na de uitzending een sms: ‘Amai, ze stonden precies scherp vandaag’. Ze kon er hartelijk om lachen.”
‘Schols, ik wens je opnieuw een depressie toe,’ las ik op Twitter na haar doortocht. Raakt je dat?
SCHOLS: (lacht) Neen gij. Je kweekt een hard vel in deze job, en dat is er zo ver over dat het weer grappig wordt. Twitter zou een zegen voor de democratie moeten zijn: het zorgt ervoor dat burgers zich in een maatschappelijke discussie met politici kunnen mengen. Daar kregen ze tot voor enkele jaren nooit de kans toe. Al steek je zelden iets van die Twitter-discussies op. Veel van die mensen willen ook gewoon ergens bijhoren, denk ik vaak. Eén Twitteraar was altijd fan van De Afspraak. Na elke uitzending regende het complimenten. Tot hij – omdat ik hem te weinig aandacht gaf, vermoed ik – ineens zijn kar keerde. Intussen ben ik geblokkeerd. Zoiets kan je moeilijk serieus nemen natuurlijk. Het zijn ook vaak pleasers en copycats he: je ziet velen letterlijk het discours van Francken of Calvo overnemen om zo een zekere credibiliteit te oogsten. Heel veel Twitteraars plagiëren zich een aanhang bij elkaar.”
Welk moment uit De Afspraak blijft je dit jaar bij?
SCHOLS: “Het bezoek van kinderpsychiater Adriaensens toen die op pensioen ging. Op het einde van de uitzending las ik hem een sms-je voor van een pleegmoeder. ‘Ik wil Peter Adriaenssens bedanken voor de wijze raad die hij ons heeft gegeven toen we daar met onze pleegzoon van veertien stonden. Het was een moeilijke weg, maar het heeft geloond.’ Hij was duidelijk aangedaan. Wat ik er toen niet bij verteld heb was dat ik dat 14-jarig jongetje was, en dat m’n pleegmoeder me dat voor de uitzending had doorgestuurd. Een ander kippenvelmoment was Zwangere Guy die getuigde over zijn moeilijke jeugd. Zijn thuissituatie geleek op de mijne: een sociopatische vader die het geweld niet schuwde en een moeder die niet sterk genoeg was om van hem weg te gaan. Ik vind het belangrijk dat ook emotioneel beladen thema’s in De Afspraak aan bod komen. We moeten zoveel mogelijk taboes doorbreken. Daarom heb ik deze zomer ook dat interview aan De Morgen over mijn depressie gegeven.”
Dat psychische hulp nog steeds in de taboesfeer zit, klopt dat eigenlijk wel? Eva Daeleman, Tom Helsen, Chris Van den Abeele, Riadh Bahri, Kathy Pauwels, Selah Sue, Rob Van Oudenhoven – de BV’s die over hun depressie of burn-outs getuigden zijn niet bij te houden.
SCHOLS: “Klopt, maar waarom kreeg ik na mijn outing dan 200 mails in m’n inbox? Ik zeg nu zonder enige schroom bij de apotheker: ‘Mag ik mijn antidepressiva aub? Een grote doos aub.’ Maar voor veel mensen blijft dat een gigantische drempel. Ook niet iedereen stapt zomaar naar een therapeut. Al merk ik daar ook een kentering – mede te danken aan projecten zoals Rode Neuzen en Te Gek!”
Je bent zelf psycholoog, had je de signalen van jouw depressie zien aankomen?
SCHOLS: “Toen ik aan mijn psychologiestudies begon zei een prof: ‘Wie hier zit om zichzelf beter te leren kennen, kan beter meteen vertrekken.’ Introspectie gaat niet. Je weet niet wat een depressie is tot je effectief over een bepaalde grens gaat. Dan is je draagkracht te weinig en is het te laat. Als je niet meer buiten komt, zelfs geen energie hebt om onder de douche te gaan staan en enkel nog zes Netflix-afleveringen per dag kijkt, dan weet je dat er iets fundamenteel fout zit.”
Heb jij zicht op de aanleiding van jouw depressie?
SCHOLS: “De concrete aanleiding waren relationele problemen. Maar die vallen integraal te herleiden naar het feit dat ik onveilig gehecht ben. En dat heeft dan weer alles met mijn thuissituatie te maken. Dat is een vaststelling, geen excuus. Ik volg schematherapie om daar iets aan te doen. Een schematherapeut kijkt naar hoe je basisbehoeftes – veiligheid, autonomie, betrouwbaarheid – tussen je tweede en veertiende levensjaar zijn vervuld geweest. Bij mij was dat abominabel. Ons gezin was geen veilige omgeving, elk moment kon de bom ontploffen. Vooral de onvoorspelbaarheid was nefast. Van school thuiskomen en je afvragen: ‘Gaan ze gedronken hebben? Wie gaat er gedronken hebben? Gaat hij erop kloppen of niet?’ Ik denk dat je als kind zelfs beter af bent met een vader die consequent de boeman uithangt, dan dat je in die voortdurende onzekerheid leeft. Volgens mijn therapeut heb ik het gebrek aan die basisbehoeftes al een heel leven proberen te compenseren. En daar ziet hij vier pijlers in: “pleasen” en mensen willen behagen; aandacht zoeken op tv en in de sport; het willen redden van anderen; en altijd maar op zoek gaan naar nieuwe prikkels in relaties – het jagen, noemt hij dat. Daar werken we dus aan. Met succes: ik ben al maanden alleen, en pleasen doe ik niet meer. Als je door iedereen graag gezien wil worden, ben je de pineut. Een buurvrouw vroeg me niet zo lang geleden: ‘Wanneer kom je nog eens eten?’ Ik vertelde dat ik me momenteel niet zo goed voelde, maar ze bleef aandringen. Vroeger zou ik me in duizend bochten gewrongen hebben om toch maar een excuus te verzinnen, maar nu zei ik vlakaf: ‘Omdat ik geen zin heb.’ Je moet niet arrogant zijn – het zijn trouwens fantastische buren – maar verbloemen helpt niet. De sterkste persoonlijkheden zijn degene die op een beleefde manier hun grenzen bewaken: ik heb u graag, maar ik hoef me niet te verantwoorden voor de keuzes die ik maak. ”
Is dat graag gezien willen worden geen typische BV-aandoening?
SCHOLS: (knikt) “Je zou eens moeten weten hoeveel getormenteerde zielen er in de media rondlopen. Met vaak één gemene deler: een verstoorde band met één of beide ouders. Als je dan aanleg hebt voor tv-werk… Er is geen sterker bekrachtigingsinstrument dan die lichtbak op de salontafel. Iedereen vind je geweldig, hoe zot is dat?”
En toch is het voor velen nooit genoeg. Koen Wauters zei ooit: ‘Als er tienduizend fans zijn, ben ik toch bezig met die ene die me niet leuk vindt.‘ Ik ken maar één BV die er lak aan heeft: Gert Verhulst. Wat de goegemeente over hem denkt ,daar trekt hij zich geen hol aan.
SCHOLS: “Klopt. ‘Wat is je favoriet beest?’, vroegen ze hem in De Slimste Mens. Een geldwolf, zei hij. (lacht) Zijn je m’en foutisme is veel gezonder dan je kop te breken over wat mensen over je denken. Let op: veel mensen hebben daar last van. Wie van ons durft er bijvoorbeeld zomaar zijn steak terugsturen op restaurant als die niet goed gebakken is? Een goeie vriend kreeg van zijn therapeut de volgende opdracht: ‘Je gaat naar de bakker, vraagt eerst twintig sandwiches, en als hij ze heeft ingepakt zeg je op een vriendelijke manier dat je je bedacht hebt en toch liever 20 pistolets wil.’ Voor een volle winkel. Ik vond dat geniaal gevonden. Want de wereld vergaat dus niet als je dat doet, he?”
Nog een voorbeeld van die aim to please is de angst om afgekeurd te worden: je maakt een fout en liegt omdat je bang bent om de persoon waarvan je houdt te kwetsen door de waarheid te zeggen. Ook daarvoor moet ik terug naar m’n moeder, vrees ik. De avond voor haar zelfmoord had ik met haar een discussie. Ze was onder invloed van pillen en drank en stamelde dat ik van haar binnenkort geen last meer zou hebben. Een ongelofelijk beangstigende situatie voor een 13-jarige. Helemaal zeker ben ik niet, maar ik geloof dat ik toen kwaad gezegd heb: ‘Ach ja moeder, je doet maar,’. Die nacht is ze effectief uit het leven gestapt. Je begrijpt dat dat niet de beste les is om eerlijk te zijn over je gevoelens. Ik denk dat dit als kind in mijn systeem is gekropen. Let op: daar heeft mijn omgeving geen boodschap aan. Ik besef nu dat je – hoe pijnlijk ook – beter altijd de waarheid verteld. Nooit wil ik nog liegen. Een lief zei me ooit: ‘De kans dat ik bij je wegga omdat je me iets vertelt dat me pijn doet, is klein. Ze is veel groter als je me het niet vertelt en ik er achter kom.’ Maar ik kòn dat gewoon niet. Ik kreeg dat niet uit mijn strot.”
Een ander compensatiemechanisme is volgens je therapeut de aandacht die je probeert te genereren. Hoe uit zich dat?
SCHOLS: “Door overal de beste in te willen zijn. Het begon met basket. Ik was een geweldige strever. Onlangs zag ik een VHS-casette terug. Ik gaf mijn bal niet af en maakte zestig punten op mijn eentje. Daarna ging ik motorcrossen en werd ik Belgisch kampioen. Dan kwam het mountainbiken. Ik haalde een top 15-plaats in de Crocodile Trophee, één van de zwaarste mountainbikewedstrijden ter wereld. Bewijzen, bewijzen, bewijzen, ik wilde me altijd maar bewijzen. Het gebeurt onbewust, maar op die manier geef je jezelf betekenis, maak je jezelf de moeite waard. Omdat je ouders je dat gevoel nooit gegeven hebben. “
Is dat nu veranderd?
SCHOLS: “Ja, ik besef vandaag dat ik eigenlijk niks hoef te bewijzen. Nada. Ik heb onlangs een t-shirt gekregen van een vriendin met de boodschap: “Moet just niks”. Geweldig. En wat ik nu ook, niet alleen inzie maar ook kan voelen: niet iedereen laat je in de steek als je een fout maakt. Meer zelfs, mensen die je echt graag zien, blijven héél lang staan.”
Ik heb ook geleerd om mijn zelfrespect in een relatie te bewaren. Als je alles doet voor iemand en je krijgt geen liefde terug: vertrek dan. Ik heb het verdorie zelf meegemaakt, met een moeder die psychisch en fysiek geterroriseerd werd door mijn vader. Normaal trap je het dan af, maar niet mijn moeder. Zelfs al wou mijn pleegmoeder haar toen in huis halen, toch had ze de kracht niet om de stap te zetten. Ik zie mijn beste kameraad en ik nog samen in de keuken zitten. ‘Zonder Etienne kan ik niet leven,’ zei mijn moeder, waarop mijn vriend antwoordde: ‘En Bart dan?’ Ja, dat vat het zowat samen, zeker?”
Volgens jou hielp schematherapie om zo’n zaken te verwerken. Hoe gaat dat in de praktijk?
SCHOLS: “De therapeut dwingt je terug te gaan naar kritische momenten in je jeugd. Een voorbeeld: op mijn 13e verjaardag kwam mijn vader me halen bij mijn pleegouders. Hij meldde me toen doodleuk dat hij een verhouding had met de moeder van mijn beste kameraad. Dat was geen fijn moment. Ik werd hysterisch. Ik heb me toen al huilend op straat gegooid. Met je ogen dicht herbeleef je dat, je probeert dat zo goed mogelijk op te roepen. Het klinkt wat esoterisch, maar de therapeut vraagt dan ook aan je om die kleine jongen onder de arm te nemen. Dat is heftig, je troost jezelf, na drie seconden zit je te huilen. Die ontlading doet deugd, je voelt de kwaadheid die nog in je lijf zit en eruit moet.”
Mag ik je een compliment geven? Je straalt vandaag een en al energie uit. Is dit dankzij die therapie, denk je?
SCHOLS: “Dankjewel. En zeker, maar ook door mijn medicatie. En daar wil ik echt het belang nog eens van onderstrepen. Hersenen zijn een lichaamsdeel als een ander. Als we maagpijn hebben, nemen we een pil. Waarom doet men dan zo gewichtig over antidepressiva? (slaat op tafel) ‘Antidepressiva leidden tot zelfmoord Yasmine,’ las ik onlangs als titel bij een interview met Martine Prenen in De Morgen. Ik heb Martine heel graag, maar toen heb ik onmiddellijk naar de hoofdredacteur van De Morgen gebeld met de vraag of hij tenminste de kop wilde aanpassen. Die conclusie sloeg werkelijk nergens op, en was ook zonder meer gevaarlijk. Er is nooit één oorzaak van zelfmoord. Als ik zoiets zie verschijnen, kan ik me niet inhouden. Dat doe ik trouwens ook op onze eigen nieuwsdienst. Ik herinner me ooit een item in Het Journaal waar ze de zelfmoord van een jongen aan pesten hadden gelinkt. Ten eerste klopt het niet: er worden elke dag duizenden jongeren van die leeftijd gepest, elk jaar stappen er minder dan 5 uit het leven. En bovendien bestaat het gevaar dat als jongeren zoiets lezen, denken: ‘Ik word ook gepest, laat ik er ook maar een einde aan maken.’ Copy-gedrag is wetenschappelijk bewezen. In de metro van Wenen vond bijvoorbeeld ooit de ene na de andere suïcide plaats. Men stopte met de berichtgeving en het aantal zelfdodingen zakte naar een kwart van het jaar voordien. Daarom mag je trouwens ook nooit de methode in een artikel vermelden.”
Je trekt je het leed van de wereld aan, terwijl je al veel werk hebt met jezelf. Is journalist dan een geschikte job voor je, denk je?
SCHOLS: “Ik begrijp wat je bedoelt, als boswachter zou ik mijn hersenen wellicht minder belasten. Dat is de reden waarom ik ook nog een oude Nokia heb waar enkel mijn pleegmoeder het nummer van heeft. Dan kan ik een paar dagen in de natuur met mijn fiets verdwijnen. Maar ik haal toch wel enorm veel voldoening uit mijn werk. Zeker als ik maatschappelijke thema’s aanboor, krijg ik het gevoel dat ik een bijdrage lever die er om doet.”
Wat waren de opmerkelijkste reacties na het outen van je depressie?
SCHOLS: “Iemand die naar mijn radio-interview bij Sofie Lemaire luisterde was zo aangedaan, dat ze haar auto aan de kant had gezet. Eén zin uit dat De Morgen-interview bleef hangen: ‘Ik heb gekwetst, ben gekwetst en heb nog eens harder gekwetst.’ Ja, ik heb het uitgehangen, maar toen kon ik gewoon niet beter. Dat ik een rampzalige jeugd heb gehad zal ik nooit als excuus gebruiken, anderen hebben daar terecht geen boodschap aan. Maar voor mezelf was het wel een verklaring. Het is niet voor iedereen weggelegd om de ideale schoonzoon te zijn. Veel mensen lieten me weten dat ze zichzelf in mijn situatie herkenden. Het helpt om een andere stem te horen die je gedrag kan kaderen. Ik heb ook nog andere lessen getrokken trouwens. Ik zal niet snel meer iemand veroordelen. Als er aan de koffiemachine straffe uitspraken over iemand gedaan worden, dan zeg ik: ‘Laat ons hopen dat jij nog binnen twintig jaar een goed rapport hebt.’”
Je rapport in De Slimste Mens oogt met een finaleplaats niet onaardig. Heb je je goed voorbereid?
SCHOLS: “Niet genoeg blijkbaar. (lacht) Ik had nochtans een heel strak plan. Om de gaten in mijn aardrijkskunde en geschiedenis te vullen, hield ik schriftjes bij. Zo schreef ik kernwoorden uit de Oudheid op met daarnaast trefwoorden. Eén van onze redacteurs had een overzicht voor me gemaakt. In z’n vrije tijd, voor alle duidelijkheid (lacht). Toen Socrates uit de bus kwam, kon ik meteen afvinken: filosoof, Grieks, Plato, gifbeker. Ik heb zelfs een atlas gekocht, nu ken ik tenminste de buurlanden van Slovenië. Ik heb serieus veel uren geblokt. Ook al ging ik maar drie afleveringen mee, ik zie dat niet als verloren tijd. Het was geweldig boeiend om nog eens in die materie te duiken.”
Heb je nog tips voor volgende kandidaten?
SCHOLS: “Veel, en altijd bereid om één en ander te delen. Eén goeie tip is alleszins de DVD-reeks ‘Great Events of the 2Othe Century’. Per tien jaar één DVD, helaas had ik te weinig tijd om ze allemaal te bekijken. Had ik de jaren ’50 bekeken, dan had ik meer over Ghandi geweten en won ik die derde aflevering. En dan had ik drie extra dagen om te blokken. Lieven Scheire en Thomas Huyghe had ik wellicht niet kunnen kloppen, maar de tweede week had ik toch moeten halen. Soit, dat is dan voor een volgende keer.”
Blijkbaar probeerde Erik Van Looy je al tien jaar voor het programma te strikken. Telkens hield je de boot af. Waarom?
SCHOLS: “Zoals ik al bij hem in de uitzending zei: ik had schrik om op mijn bek te gaan. Zoiets zou ik vroeger nooit durven toegeven hebben. Mijn kwetsbaarheid tonen, dat zat niet in me. De mensen zouden me maar eens een loser zouden moeten vinden. Daar trek ik me vandaag dus echt geen bal meer van aan.
“Mijn deelname aan De Slimste Mens was in dat opzicht ook een mooie stap in mijn therapeutisch proces. Als ik me een doel stel, dan lukt dat meestal. Ook bij de VRT bereikte ik wat ik wou bereiken. En ik had ook graag De Slimste Mens gewonnen. Ik heb serieus gevloekt toen ik eruit lag. Maar als je dan op de eerste rij in het publiek je pleegouders ziet zitten, wist ik wel beter. ‘De mensen die ik het allerliefste zie, zijn hier speciaal voor mij. Tot halféén ’s nachts bleven die twee tachtigers in de studio zitten om samen met mijn vrienden te supporteren. Dat is véél mooier dan die oorkonde krijgen. ‘Drie deelnames, in de finaleweken, ça va’. Vroeger streefde ik naar perfectie, maar nu was goed, goed genoeg. Dat moet zo ongeveer wel een primeur zijn voor Bart Schols (lacht)”
‘Goed is goed genoeg,’ is de oneliner die mental-coaches graag gebruiken, maar eigenlijk ben ik het er niet mee eens. Want dan gaat ook niemand nog excelleren. Dan heb je geen Sergio Hermans of Tom Boonens meer. En dan zou jij wellicht niet die toppresentator geworden zijn.
SCHOLS: “Dat zegt mijn therapeut ook. ‘Breek je prestaties nu niet af, want dat heeft u ook voor een groot stuk gered. Hoe had je anders dan je zelfvertrouwen ontwikkeld?’ Maar er hangt een vies randje aan. Constant is er die honger naar nog meer aandacht. En als je niet oplet geraakt die nooit gestild. Er is niks met in je job de beste te willen zijn. Maar wel als je én in je werk én op de Mont Ventoux én met je gitaar én in de Slimste Mens de beste wil zijn. Dat is nergens voor nodig.“
Dit is een eindejaarsinterview. Wat zal je dit jaar bijblijven?
SCHOLS: “Het overlijden van Christophe Lambrecht. Er zijn weinig zaken die me nog overhoop gooien, maar als ik thuis voorbij z’n bidprentje loop word ik emotioneel. Alles wat er over hem gezegd wordt, is waar: hij was, is het toonbeeld van een schone mens. (stilte) Christophe heeft trouwens ook moeilijke periodes gekend. We hebben daar toen vaak en lang met elkaar over gesproken. Dat verwonderde me eerst, want zo vaak zagen we mekaar niet. Maar nu ik zo in de rats zat wou ik dat ook graag met hem delen. We hadden een afspraak gemaakt, maar hij was het vergeten in zijn agenda te zetten. Hij zou een nieuwe datum doorsturen. En dan kwam plotseling dat nieuws. Ik wist niet waar ik het had. Het is lang geleden dat ik me zo machteloos heb gevoeld. De dood van Christophe was veruit het dieptepunt van 2019.”
En het hoogtepunt?
SCHOLS: “Toen ik in maart op de skilatten stond en voor het eerst in maanden weer een klein beetje geluk voelde opborrelen. Dat klinkt banaal, maar ik kan moeilijk beschrijven wat dat met me deed na zo’n donkere periode. En als ik nog iets mag aanhalen: het optreden van Bart Peeters begin deze maand in de Lotto Arena. Niet alleen omwille van zijn geweldige performance – volgens mij is er geen grotere entertainer dan hem – maar ook omdat ik tijdens de show naast Barts moeder zat. Ze mist letterlijk geen enkele show, en die avond was ze jarig. De ouderlijke trots die ze uitstraalde heeft me erg geraakt. Ik veronderstel dat mijn pleegouders dat ook voelen als ze naar me op televisie kijken, maar dat kan ik natuurlijk nooit zelf meemaken. Nu zag ik dat voor mijn neus gebeuren en kon ik me daar iets bij voorstellen. Dat ontroerde me enorm. Die mensen zijn alles voor me.”
Kobe Ilsen was zo kwaad op zijn biologische vader dat hij van familienaam veranderde. Heb je er niet aan gedacht om die van je pleegouders aan te nemen?
SCHOLS: “Ik vind het te laat. Maar: ze gaan me wel alsnog adopteren. Begin volgend jaar is de procedure rond. Een symbolische daad. Dan heb ik terug twee ouders. (mijmerend) Weet je wat ik het grootste onrecht in de wereld vind? Dat de plaats waar je geboren bent nog steeds alles bepalend is voor je menselijk geluk. Niet iedereen heeft de chance om in een goed pleeggezin terecht te komen. Als ik hen niet had gehad, had ik nooit psychologie gestudeerd en zat ik nu niet voor u. Daarom raakte de dood van de aan zijn lot overgelaten Jordi (red; de 17-jarige jongen die door ontbering stierf in de Gentse Blaarmeersen) me zo hard. Als ik een dikke jongen alleen op straat zie lopen, dan denk ik: ‘Shit, hopelijk heeft hij toch enkele vrienden.’ Daar kan ik van gaan huilen, omdat je gewoon wéét dat zo iemand vaak eenzaam is. Dat er in België nu nog kinderen in een tentje sterven omdat niemand naar hen omkijkt, dat vind ik vreselijk. Waar een wil is, is een weg, maar blijkbaar toch niet in alles.”
In dit perspectief lijkt het me voor jou een uitgemaakte zaak wat er met de IS-kinderen in Syrië moet gebeuren?
SCHOLS: (ferm) “Weet je waarbij ik over mijn nek ga? Dat een politicus (red; Darya Safai) het terughalen van die kinderen koppelt aan de import van terreur. Dus onze veiligheid is in gevaar als we tien kinderen van vijf jaar laten overkomen? Ernstig blijven, hé? Die kinderen aan hun lot overlaten, daar kunnen we als maatschappij toch niet beland zijn?”
Tot slot: wat mogen we je voor 2020 wensen?
SCHOLS: “Dat het nooit meer zo donker wordt in mijn hoofd. Daar denk je soms toch wel aan. Ook al gaat het vandaag stukken beter.”
“Ik moet geen derde keer uitvallen bij de VRT, het is geen liefdadigheidsinstelling, zei je in De Morgen. Dat klinkt alsof je je werkgever iets verschuldigd bent, terwijl je eigenlijk gewoon ziek was.
SCHOLS: “Ze zouden me niet buitengooien he. Of dat denk ik toch niet (lacht). Maar zo’n dagelijks duidingsprogramma heeft continuïteit nodig, het is geen duiventil. De VRT is zeer galant voor me geweest. In september 2017 hebben ze het programma voor mij al eens een week uitgesteld. En vorig jaar moest Phara zich op drie dagen tijd klaarstomen om me te vervangen. Ik denk dat je dan echt niet mag klagen. Maar goed, dat is ook niet meer aan de orde. Als het van mij afhangt zijn we vertrokken voor minstens nog eens 5 jaar!”
Bedankt voor dit moedig gesprek, Bart. Fijn eindejaar.