Gaan we met het coronavirus de richting uit van een pandemie?
VAN RANST: “Daar moeten we beginnen vanuit gaan. Nu, donderdagavond zijn er meer dan negenduizend besmettingen. Op het moment dat dit artikel bij de HUMO-lezer terecht komt, kan dit al het dubbele zijn. Een week geleden hadden we nog maar 17 doden, nu zijn dat er al 213. Dus het gaat snel. En de verspreiding zet zich verder. We hebben bijna het punt bijna bereikt dat er meer besmettingen buiten Wuhan liggen dan erbinnen. En er zijn al veertien besmettingen op het Europese vasteland: zes in Frankrijk, vijf in Duitsland, twee in Italië en één in Finland. Volgens mij heeft het virus zich overal in Europa uitgezaaid.”
VAN GUCHT: “Ik hou nog een slag om de arm: een epidemie wordt pas een pandemie als de ziekte zich heeft verspreid over verschillende werelddelen, dus bijvoorbeeld ook in Afrika en Amerika. We zijn er vrij vroeg bij, dus ik denk dat we de verspreiding zullen kunnen doen stoppen.”
Stel dat de pandemie een feit is, wil dat zeggen dat we riskeren – zoals met de Spaanse griep – met miljoenen het loodje te leggen?
VAN RANST: “Neen, we hebben een apocalyptisch beeld van een pandemie, maar die hoeft niet noodzakelijk catastrofaal te zijn. Een pandemie kan evengoed een onschuldige verkoudheid zijn die zich over de hele aardbol heeft verspreid. Hier is het grote probleem dat niemand antistoffen heeft tegen dat coronavirus. En het dus in theorie veel mensen zou kunnen infecteren.”
Als er geen vaccin is, hoe kunnen jullie dan de mensen genezen?
VAN GUCHT: “Door de ziektesymptomen te bestrijden. Intensive medische zorgen voorzien waarbij de patiënt de infectie kan doorstaan en men de vitale functies ondersteunt. Het coronavirus kan een longontsteking veroorzaken. Als die ernstig wordt, gaan de longblaasjes kapot en dan kan er geen gasuitwisseling meer plaats vinden. Wij kunnen ze dan aan machines leggen om het bloed met zuurstof voorzien.”
Her en der viel al te lezen dat de normale seizoengriep gevaarlijker is dan het coronavirus. Klopt dat?
VAN GUCHT: “Dat is moeilijk in te schatten. Uit de voorlopige cijfers van de besmettingen zien we dat gemiddeld 2 tot 3% sterft, bij de seizoensgriep is dit lager: één op duizend tot tienduizend. Maar – en dit is belangrijk – we kennen het exact aantal infecties niet, enkel de mensen met ziektesymptomen gaan naar het ziekenhuis. Er zijn wellicht meer besmettingen en dus kan dat percentage nog zakken, tot op griepniveau. Elk slachtoffer is er één te veel, maar het is een goed teken dat het virus vooral oudere mensen treft. Dat kan erop wijzen dat je niet met een sterk virus te maken hebt. Ouderen hebben een zwakker afweersysteem dan jonge mensen. Als het virus daar ook slachtoffers maakt, zit je met een hele ernstige situatie. Zoals bij de Spaanse griep. Toen stierven vooral mannen tussen 20 en 30 jaar.”
Was de Spaanse Griep de dodelijkste pandemie uit de geschiedenis van de mensheid?
VAN RANST: “In absolute aantallen was het zeker de dodelijkste, nooit stierven zoveel mensen in een epidemie. Maar in percentages was de pest uit de veertiende eeuw, de Zwarte Dood genoemd, erger. Toen werd zowat een kwart van de Europese bevolking uitgeroeid.”
Stel dat zo’n Spaanse griep nu voor het eerst zou uitbreken, zou de dodentol dan groter zijn?
VAN RANST: “De ziekte zou alleszins sneller verspreid worden. Het H1N1-influenzavirus (red; dat verantwoordelijk is voor de Spaanse griep) werd in 1918 verspreid door soldaten die via boten of treinen terugkeerden van het front. Het duurde maanden eer de ziekte de wereld rond ging. Nu kunnen vliegtuigen, aluminium insecten noem ik ze, dat in een dag. We zijn ondertussen met vier keer meer mensen dan in 1918, maar of dit dan in 200 miljoen doden zou resulteren, valt moeilijk te zeggen. De gezondheidszorg is ondertussen verbeterd, er bestaan vaccins, antivirale middelen, antibiotica, enzovoort. Al geldt dit enkel voor het Westen. In afgelegen, arme, regio’s zijn mensen vaak niet of weinig beschermd. Als er echt een Spaanse griepachtige pandemie uitbreekt, staan we eigenlijk machteloos.”
Hoe komt het eigenlijk dat we sinds 1918 nooit meer zo’n dodelijk griepvirus als de Spaanse griep op ons dak hebben gekregen?
VAN RANST: “Dat is puur geluk. De laatste honderd jaar hebben we een paar erge virale outbreaks – Ebola, SARS, vogelgriep, Mexicaanse griep – gehad en eigenlijk zit daar geen systematiek in. We kunnen dus niet voorspellen wanneer er een nieuwe gaat toeslaan.”
VAN GUCHT: “Elke viroloog houdt rekening met Disease X, de onbekende ziekteverwekker die plots kan opduiken. De meeste schrik heb ik dat er een nieuw subtype van het influenzavirus opduikt met hetzelfde effect als de Spaanse griep destijds. Zo’n doemscenario is mogelijk wanneer er zich bijvoorbeeld een nieuw vogelgriepvirus manifesteert bij mensen. Infectie met zo’n vogelgriepvirus kan tot 60% sterfte veroorzaken, alleen is het besmettingsgevaar klein. Het is enkel overdraagbaar wanneer mensen in contact komen met besmette vogels in bepaalde regio’s. Maar het is niet ondenkbaar dat zo’n virus door enkele mutaties plots van mens op mens overdraagbaar wordt. Dan zitten we met een groot probleem. Gelukkig worden zo’n zaken goed gemonitord. Maar je kan een uitbraak van zo’n dodelijk virus nooit uitsluiten. “
In de docu-reeks ‘Pandemic’ vreest men dat de fatale pandemie steeds dichterbij komt. Niet alleen worden virale infecties door het vluchtverkeer sneller verspreid, door de grote bevolkingsdichtheiden en intensieve veeteelt is de kans op besmetting ook groter geworden.
VAN GUCHT: “Ja. Hoe meer mensen en dieren op een vierkante kilometer, hoe groter de kans dat er virussen van dier op mens kunnen overspringen en zich ook verspreiden. Toen we honderd jaar geleden in Afrika een Ebola-uitbraak hadden, stierf in het slechtste geval het hele dorp uit. De densiteit en de connectie tussen mensen was te laag om dat virus verder te verspreiden. Maar nu zijn die dorpen steden geworden die door talloze transportmiddelen in verbinding met elkaar staan.”
VAN RANST: “Dat we sneller geïnfecteerd geraken komt o.a. omdat we nu op plaatsen komen waar we vroeger niet kwamen. Doordat we de brousse introkken, kwamen we in aanraking met dwergchimpansees en hebben we HIV opgedaan. En ja, een ernstige pandemie komt elke dag steeds dichterbij, maar dat kan je evengoed van een kernramp, vulkaanuitbarsting, derde wereldoorlog, of een kampioenentitel voor Anderlecht zeggen, al is dat laatste wel heel onwaarschijnlijk.”
In de roman The Stand van Stephen King roeit een influenzavirus 99% van de mensheid uit. Zou dit in theorie ooit kunnen? Een virus zo vernietigend dat het bestaan van de mensheid op het spel staat?
VAN RANST: “In dat horrorscenario geloof ik niet. Tot nu toe is er geen enkel infectieziekte bekend die honderd procent van zijn gastheren dood. Zo slim zijn virussen wel, want als alle dragers van een virus zouden sterven, kan het virus zich niet meer verspreiden en legt het zelf het loodje. Een virus evolueert in de tijd altijd naar meer overdraagbaar maar minder gevaarlijk voor zijn gastheer. Ook bij HIV had je mensen die resistent waren. Een ander ‘voordeel’ van virussen is dat ze nooit terzelfdertijd én dodelijk én zeer besmettelijk zijn. Het is het één of het ander. De vogelgriep is zeer dodelijk, maar verspreidt zich niet snel. Het coronavirus doet net het omgekeerde.”
VAN GUCHT: “Ik wil ook graag aanstippen dat we betere wapens hebben om ons te beschermen. Zo hebben we een enorme vooruitgang geboekt in het detecteren van gevaarlijke virussen. Het hiv-virus maakte al slachtoffers in de jaren ’50 maar werd pas in de jaren ’80 ontdekt. Nu is dat ondenkbaar. Zelfs virussen die we nog nooit gezien hebben, kunnen we op zeer korte tijd diagnosticeren. Dankzij metagenomics, een techniek die pas de laatste jaren werd ontwikkeld. ”
Hoe wordt de dreiging van het coronavirus nu verder aangepakt?
VAN RANST: “De regie is in handen van het kabinet van minister De Block en het Risk Management Team. We hebben verschillende modules die geactiveerd worden. Screening, bijvoorbeeld, is al in voege. Elke geneesheer heeft ondertussen richtlijnen gekregen wat hem te doen staat. Zo moeten we waakzaam zijn met patiënten die koortsig zijn en al zeker als ze recentelijk de ‘hot zone’ in China bezochten. Ons labo aan de KUL is paraat om het coronavirus op te sporen. Tot nu toe heeft het twintig stalen onderzocht, gelukkig allemaal negatief.”
VAN GUCHT: “Als die patiënt positief is, wordt hij vervolgens geïsoleerd. In functie van de symptomen kan dat thuis of in een hospitaal met onderdrukkamers. Door het verschil in luchtdruk kan het virus niet uit de kamer ontsnappen. Het Sint-Pietersziekenhuis in Brussel is het referentiehospitaal, bij een uitbraak van een gevaarlijk virus – ebola, vogelgriep, corona – gaat men de geïnfecteerden daar eerst naartoe brengen. Daar gelden ook strenge procedures voor het personeel, waardoor zij ook geen besmettingen kunnen oplopen.”
Stel dat er verschillende besmettingen op ons grondgebied zijn? Wat dan?
VAN GUCHT: “In een tweede fase wordt er aan contact-tracing gedaan. Provinciale gezondheidsinspecteurs gaan uitzoeken met wie de besmette patiënten in contact zijn gekomen: familieleden, collega’s op het werk, sportvrienden, enzovoort. Die worden opgevolgd. Dagelijks moeten ze contact opnemen met de inspecteur die naar hun gezondheidstoestand informeert. Die mogen hun gewone leven verder leiden, maar als er verontrustende symptomen zijn – zoals koorts en hoesten – treedt ook bij hen de isolatieprocedure in werking. Direct isoleren, zonder symptomen, zou het systeem teveel belasten. Aangezien de kans op virusuitscheiding klein is tijdens de incubatieperiode, kunnen we ons dat veroorloven. ”
En wat als de besmettingen blijven toenemen?
VAN GUCHT: “Dan kan je enkel proberen om de verspreiding zoveel mogelijk te vertragen. Door niet naar massabijeenkomsten te gaan, handen te wassen, hoesthygiëne te respecteren en thuis te blijven bij ziekte. Tijd kopen is belangrijk. Ademhalingsvirussen zijn weergevoelig. Ze gedijen het best bij koude temperaturen. Eens de lente daar is, en het warmer wordt, is de kans groot dat ze afzwakken en de epidemie stilvalt. En wie weet is er tegen dan ook al een vaccin ontwikkeld. Al denk ik eerlijk gezegd dat dit niet gaat lukken.”
Laat ons uitgaan van het worst case scenario: de pandemie. Een wereldwijde uitbraak van het virus en in België duizenden besmettingen. Wat dan?
VAN GUCHT: “In 2009 hebben we dat met de Mexicaanse griep meegemaakt. Eens het punt bereikt dat je het niet meer kan stoppen, veranderen de procedures. Dan beperk je zoveel mogelijk de schade. Dan ga je de risicogroepen definiëren – bijvoorbeeld oudere mensen, diabetespatiënten, enzovoort – en die zoveel mogelijk beschermen. Dan gaan we ook van isoleren naar cohorteren: je zorgt ervoor dat alle besmette mensen samen zitten, bijvoorbeeld in één aparte ziekenhuisvleugel, waardoor ze geen andere patiënten kunnen besmetten. “
In China bouwt men hiervoor in allerijl een kliniek om alle besmette gevallen bijeen te steken. Zijn jullie dat hier ook van plan?
VAN GUCHT: (lacht) “Ja, absoluut. Als het milieueffectenrapport en de bouwvergunning in orde is, moet dat binnen een jaar of vijf wel lukken.”
VAN RANST: “We zijn in staat om last-minute hospitalen op te bouwen, maar dat gebeurt dan in bestaande gebouwen. In crisissituaties worden dan ook artsen gemobiliseerd. Dan worden bijvoorbeeld niet-ernstige operaties uitgesteld. Het spreekt vanzelf dat wanneer er een kernramp of pandemie uitbreekt, er wel andere zaken prioritair zijn dan iemands scheve teen recht te zetten.”
Wuhan is ondertussen in quarantaine geplaatst. Ligt zo’n rampscenario ook hier op tafel?
VAN GUCHT: “Dat is weinig waarschijnlijk. Een mogelijke maatregel bij een pandemie is het tijdelijk sluiten van scholen, maar dat is naar mijn weten hier nog nooit gebeurd. Ik vraag me af of het ook überhaupt mogelijk is om een stad als Brussel of Antwerpen volledig te isoleren. Daar is ons land te dicht bevolkt voor. En of die maatregel ook effect heeft? Als je een lockdown uitroept, is dat vaak net het signaal voor mensen om te vertrekken. Zo stimuleer je net de verspreiding van het virus. Maar het draaiboek bij een gevaarlijke pandemie wordt opgesteld door de mensen van het federaal crisiscentrum.”
Beste Yves Stevens, u bent woordvoerder van het crisiscentrum. Wat is het scenario als er een pandemie uitbreekt?
STEVENS: “Wel om te beginnen moet ik u zeggen dat we niet in scenario’s denken. Voor elke crisis, is het nu een kernramp of terroristische aanslag, zijn er plannen, maar wat die juist zijn hangt af van de situatie die zich aandient. Neem nu het voorbeeld van de aanslagen in Brussel. Waren wij voorbereid op een terroristische aanslag? Ja. Zo hadden we op voorhand de Brabanthal geïdentificeerd als mogelijk opvangcentrum. Hierdoor konden we zeer snel de slachtoffers verzorgen. Maar was er een draaiboek voor een aanslag in de metro én op de nationale luchthaven? Neen. De realiteit wijkt altijd af van het vooropgesteld scenario.”
U kan me dus niet vertellen welke maatregelen er genomen zullen worden als in Gent plots honderd mensen met het coronavirus blijken besmet te zijn?
STEVENS: “Neen. Dat wordt pas concreet wanneer de crisis zich aandient. Dan zullen alle betrokken partijen – defensie, politie, volksgezondheid, brandweer, communicatie – overleggen en beslissen welke maatregelen er genomen moeten worden. We zijn wel voorbereid, de plannen liggen klaar. Bij een ramp zijn we binnen het uur in staat om een contactcentrum op te zetten waar mensen met vragen terecht kunnen. Bij een pandemie is er een referentieziekenhuis (Sint-Pieters in Brussel) waar we de eerste besmette gevallen naartoe kunnen brengen. Maar of we BE-Alert (red; sms-dienst) gaan activeren om mensen te verwittigen dat ze hun huis niet meer mogen verlaten, dat weet ik nu nog niet. Dat hangt van de omstandigheden op het moment zelf af.”
Een stad in quarantaine afzonderen, staat dat ook in die plannen?
STEVENS: “Net als tig andere maatregelen, kan deze genomen worden. Maar er is geen draaiboek dat zegt: ’Als de stad 100 coronabesmettingen telt, dan moet ze in quarantaine.’ Omdat er zoveel parameters kunnen meespelen waar we nu nog geen zicht op hebben. Zijn de besmette mensen geïsoleerd of lopen ze vrij rond? Hoe groot is die stad? Vindt de pandemie plaats tijdens of buiten de schoolvakanties? Maar mocht die beslissing genomen worden, dan weet ik dat men binnen het half uur alle burgers over zo’n operatie kan verwittigen.”