Gaaien verzamelen in het najaar massaal eikels. Dat is zijn appeltje voor de dorst om de winter door te komen. Zijn wintervoorraad is immens: een gaai stopt gemiddeld zo’n 5000 eikels weg in de aarde. Wat later niet wordt teruggevonden, groeit soms uit tot een nieuwe eik. De gaai is dan ook één van de beste bosbouwers. Leuk detail: zijn Latijnse naam verwijst naar zijn eikelliefde. Garullus glandarius betekent letterlijk babbelzieke eikelzoeker. Waarom de gaai ook Vlaamse gaai genoemd wordt is niet helemaal duidelijk. Eén hypothese heeft te maken met het invasiekarakter van de vogel. In Nederland zou men gedacht hebben dat die duizenden gaaien die neerstreken uit Vlaanderen afkomstig waren. Een andere theorie is dat zijn fraai verenkleed deed denken aan de kledij van de gegoede burgerij uit het rijke Vlaanderen. De vogel op de foto spotte ik in mijn tuin te Ellezelles (B)