GULZIGHEID
BAHRI: “Ik bezondig me aan alle hoofdzonden, maar gulzigheid springt eruit. Zowel letterlijk als figuurlijk: ik boef me te pletter, maar ik sta ook gulzig in het leven. Ik ben iemand die me smijt. In mijn werk, in vriendschappen én in de liefde. Maar hierdoor kan je ook hard op je bek gaan. De hoogtes en laagtes in mijn leven worden door gulzigheid veroorzaakt.”
Kan je dat concretiseren?
BAHRI: “Als ik bij mensen die ik ontmoet een klik voel, ga ik daar honderd procent voor. Dan steek ik daar veel tijd in. Ik ben er altijd voor hen, ook in slechte tijden. Ik geef hen onderdak als hun lief hen dumpte, loop voor hen naar de apotheek als ze ziek zijn, enzovoort. Maar als je van hen evenveel terug verwacht, dan kom je vaak bedrogen uit.”
Ik veronderstel dat je dit al vaak gekwetst heeft?
BAHRI: “Ja. Elke relatie die ik met iemand opbouw bezorgt me panische angsten. Ik ben gewoon teveel ontgoocheld geweest. ‘Doe nu eventjes rustig, Riadh,’ zeg ik telkens tegen mezelf. Maar tien minuten later is het om zeep. Dan smijt ik me alweer volledig. Ik moet leren dat vriendschappen onvoorwaardelijk zijn. Je kan niet verwachten dat iedereen dat op dezelfde manier invult als jij. Soms moet je gewoon meer geven dan dat je krijgt. ”
Werkt die gulzigheid van je dan niet verstikkend in een relatie?
BAHRI: “Hoe jij het formuleert, klinkt het negatief. Ik ben eerder iemand die té enthousiast een relatie aangaat. Toegegeven, het heeft wel al mensen afgeschrikt. Hout vasthouden, maar mijn huidige partner klaagt momenteel niet.”
Even over de letterlijke gulzigheid, klopt het dat je ooit weken leefde op een dieet van cola en suikerwafels?
BAHRI: “Ja. Ik zat toen in een depressie. Ik ben een geweldige emo-eter, ik moet iets in mijn mond steken als ik ongelukkig ben. Een rotdag op het werk of ruzie met mijn vriend, en ik stuif naar de McDonalds voor een monsterbestelling: drie hamburgers, zes kipnuggets, een grote friet en een maxi-cola. Wel een cola Zero, om mijn geweten te sussen. (lacht) Niet dat ik me door die schranspartijen beter ga voelen. Ik heb een haat-liefde verhouding met voeding. Mijn gewicht is een jojo, een paar maanden geleden woog ik 105 kg, nu maar tachtig meer.”
Hoe zit het met je alcoholverbruik? Ken je daar maat in houden?
BAHRI: “Ik drink nooit thuis. Niks is zo ongezellig als alleen een fles wijn uitdrinken. Maar ik ben een gezonde jongen. Wat is er leuker om een paar gin-tonics naar binnen te slaan en tipsy met je gat op de dansvloer te schudden?”
Ooit drugs gebruikt?
BAHRI: “Neen. Zelfs geen jointje. Ik rook ook niet. Als dertienjarige pikte ik ooit een sigaret uit de pak van mijn vader. Net nadat ik ze opstak, kwamen mijn ouders thuis. Uit schrik om betrapt te worden gooide ik de sigaret in de vuilbak en reed met mijn fiets weg. Een uur later dook mijn moeder hysterisch voor me op. Bleek dat de keuken in de fik was gevlogen.”
“Als heroïne voelt als 18 orgasmes tegelijk, dan wil je dat toch eens meegemaakt hebben?” vroeg jouw collega Danira Boukhriss zich af in haar 7 hoofdzonden. Deel je die mening?
BAHRI: “Daar ben ik een te grote seut voor, vrees ik. Ik ben al zot genoeg van mijn eigen, ik heb niks extra nodig. Behalve een Aperol Spritz af en toe.”
Je haalde op Twitter zwaar uit naar acteur Sam Louwyck. Nadat hij na vier positieve alcoholcontroles zijn rijbewijs was kwijtgeraakt, had hij het bij ‘Van Gils en Gasten’ over een heksenjacht.
BAHRI: “Mijn allereerste reportage voor Terzake ging over sociale media én rouwen. Ik ging op bezoek bij de nabestaanden van Emily Leus. Die werd op haar achttiende overreden door een dronken chauffeur. Ik was zo gegrepen door dat verdriet van haar ouders, dat ik telkens aan haar denk wanneer ik met dronken rijden geconfronteerd word. Ach, ik word altijd emotioneel bij de dood. Ik was vijftien toen ik mijn 3 jaar oudere zus aan leukemie verloor. Ik probeer te vermijden dat andere mensen die ellende overkomt. Want ik heb een gezien hoe een overlijden een gezin helemaal kan ontwrichten.”
TRAAGHEID
Ben je lui?
BAHRI: “Op sommige vlakken kan ik enorm vadsig zijn. Mijn paperassen bijhouden, bijvoorbeeld. Op 23 maart 2016, de dag na de aanslagen, stond er een deurwaarder aan mijn appartement om mijn inboedel op te schrijven. Ik had een reeks facturen niet betaald. Ze lagen al maanden onaangeroerd op de papierhoop. Per jaar sluiten ze gemiddeld vijf keer mijn internet af en bij Telenet sta ik zelfs op de zwarte lijst. Vorig jaar sloten ze zelfs mijn stroom af. Ook fysiek ben ik lui. Zo verplaats me op een elektrisch aangedreven mono-wiel naar de redactie. Niks zo heerlijk om al die hijgende fietsers op de Botanique-helling aan 35 km/h voorbij te snellen.“
Je behoort tot de millennials, een generatie die alles wil, maar daar het liefst zo weinig mogelijk voor doet. Mee eens?
BAHRI: “Goh, ik ben al een oude millennial. De generatie die er nu aankomt, dàt zijn pas millennials. (lacht) Die willen niet alleen alles, maar ook onmiddellijk. Dat merk ik bij de stagiairs op onze nieuwsdienst. Normaal is het gebruikelijk dat je eerst bureauresearch doet en je in een dossier inwerkt, maar zij willen meteen de baan op. Na twee weken denken ze al een journaalstuk te kunnen maken en na drie weken zien ze zichzelf al live gaan. Maar ook ik kreeg van oudere collega’s de opmerking dat ik te rap ging. Aan mijn 22e zat ik al bij Terzake, maar toch vond ik dat mijn carrière niet vooruit ging. ‘Ik moet toch niet drie jaar hetzelfde doen?’ vroeg ik me af. Ik heb ondertussen mijn lesje geleerd. Af en toe moet je durven zeggen: we gaan eens vier jaar ons met dit hier bezig houden en géén andere verwachtingen hebben. Want constant nieuwe ambities willen invullen is een voedingsbodem om ongelukkig te worden.”
Je maakte een spraakmakende Koppen-reportage over jouw depressie. Daarin filmde je jezelf tijdens je moeilijkste momenten. Ik vraag me nog steeds af hoe iemand die de fut niet meer heeft om zich nog te wassen, wel de energie heeft om zichzelf te filmen?
BAHRI: “Veel had te maken met het toneelstukje dat ik moest opvoeren. Je kan niet op een nieuwsdienst constant lopen janken. Dus huilde ik in de toiletten en werkte met schmink de sporen van mijn tranen weg. Ook tegen vrienden zweeg ik over mijn depressie. Telkens ik er over begon, merkte ik dat ze me toch niet geloofden. Het feit dat ik ongelukkig was, strookte niet met het beeld dat ze van me hadden. Ik was die gast met zijn grote mond die een droomjob had. En ik begrijp hen, want op mijn Facebookaccount deed ik alsof ik de gelukkigste man ter wereld was. Ik kan over alles praten, behalve over mijn diepste ziels-roerselen, dus had ik een hulpmiddel nodig om mezelf en mijn vrienden met mijn ellende te confronteren. Die filmpjes zette iedereen met de neus op de feiten. Mijn journalistieke reflex speelde ook wel: strontongelukkig zijn maar toch nog aan je werk denken. ”
“Het was moeilijker om me te outen als depressieveling dan als homo,” zei je in een interview.
BAHRI: “En ik ben een Arabier, dus dat wil wel wat zeggen. Mensen weten niet hoe ze met iemand die in een depressie zit moeten omgaan. Andere ziektes, zoals kanker, zijn meer sociaal geprogrammeerd. Daar weten mensen beter op te reageren: met een kaartje, de druivenmand, een sms’je… Maar als je vertelt dat je een depressie hebt, dan wordt het muisstil aan de andere kant. Zeker bij jongeren is dat nog steeds een taboe.”
Heb je ondertussen de oorzaak van je depressie kunnen achterhalen?
BAHRI: “Ik heb nooit leren communiceren over emoties. Ik kom uit een vrij onderkoeld gezin waar niet elke dag Kumbaya gezongen werd. Als je een jeugd had die niet plezant was en je legt ook jezelf heel wat druk op, dan creëer je een voedingsbodem voor depressies, denk ik. Gelukkig geraakte ik er door therapie en medicatie uit.”
Heb je schrik om te hervallen?
BAHRI: “Ik denk dat ik de signalen nu sneller herken. Ola, Bahri’tje, nu moet je even gas terugnemen, zeg ik dan. Vroeger zat mijn agenda eivol: maandag theater met X, dinsdag pint drinken met Y, woensdag naar de cinema met Z, enzovoort. Je zal het maar missen, al die leuke dingen in het leven. Terwijl ik nu zoiets hebben: ik zie zondag wel als ik naar de cinema ga. ‘Neem tijd voor jezelf’ klinkt zo hol, maar het is de waarheid. Je kan het slachtoffer worden van je eigen sociale contacten.”
Jouw collega Karine Claassen vertelde in haar 7 hoofdzonden dat ze gewoon de dag zelf een etentje met vrienden afbelt als ze niet in the mood is. Doe jij dat ook?
BAHRI: “Neen. Omdat ik zelf niet graag zou hebben dat men dit bij mij doet. Afspraken met vrienden kom je na. Gelukkig heb ik nu een pak minder vrienden dan drie jaar geleden. Mijn depressie zorgde voor de schifting. Het is een cliché, maar in nood kent men zijn echte vrienden. Als je al dagen ongewassen in je bed ligt te huilen, zijn er niet veel die bij je aanbellen om je in de douche te sleuren. Een sms-berichtje met ‘Hoe is het met je?’, dat deden er veel. Maar toen ik antwoordde ‘rotslecht’, hoorde ik ze niet meer.”
GRAMSCHAP
BAHRI: “Ik pleit schuldig. Door mijn Arabisch temperament kan ik enorm exploderen, met alles er op en aan. De laatste keer was tijdens een niet zo fijne echtelijke ruzie met mijn vorige partner. Door onkuisheid van de andere. (grijnst)”
Kwam daar dan fysiek geweld bij kijken?
BAHRI: “Neen, dat wou ik mijn partner niet aandoen. Ik heb als kind genoeg blauwe ogen gezien. Maar er kan wel eens een vaas sneuvelen, zoals in alle goede huisgezinnen. Bij bedrog ga ik door het lint. Of het nu een vriend of een collega is die een mes in mijn rug steekt, ik kan er niet tegen. Ik ben opgegroeid in een gezin van overspel. Ik weet hoe verwoestend dit kan zijn. Ons gezin leek soms op The Sopranos, in die mate dat voor de buitenwereld alles pico bello leek: er stond een dikke Mercedes voor de deur, we droegen altijd mooie kleren en hadden buitenshuis altijd een dikke smile op ons gezicht. Maar achter die façade was het vaak niet zo gezellig.”
Heb je ooit gevochten?
BAHRI: “Ja. Mijn moeder had de slechte gewoonte om me in Donaldson-kledij te steken. Je weet wel, die hemdjes met Mini- en Micky Mouse figuurtjes op. Aartslelijk, maar vreselijk duur. Het allochtoon kindje moest immers sjiek naar school (lacht). In het zesde leraar werd ik achtervolgd door een racistisch kind. Hij noemde mijn vader een bruine aap en schold mijn moeder uit voor hoer omdat ze met een Arabier sliep. Ik heb hem een toek op zijn bakkes gegeven, waarop hij mijn Donaldson-hemdje scheurde. Mijn wereld stortte in, maar wie mocht het gaan uitleggen bij de directie? Ik, de bruinen. Die machteloosheid die ik toen voelde, dat vergeet ik nooit meer. Ik wou het uitbrullen: ‘Ik heb niet voor mijn afkomst en huidskleur gekozen! Het is niet mijn fout dat ik Riadh heet!”
Twee jaar geleden sloot je je Twitter-account omwille van de racistische reacties die je kreeg na een reportage. Was het zo erg?
BAHRI: “Ja. ‘VRT stuurt excuus-allochtoon naar de boerkini-betoging,’ schreven ze. Ik hoef dit niet te pikken. Als mensen beweren dat ik door mijn afkomst mijn job niet objectief kan doen, stopt het voor me. Dat is racisme. Punt. Ik heb toen op Twitter een open brief geschreven dat het voor mij allemaal niet meer hoefde.”
Jij sloot die brief af met de woorden van Bernard Shaw: ‘I learned long ago never to wrestle with a pig. You get dirty, and besides, the pig likes it.’ Een niet mis te verstane boodschap naar je haters.
BAHRI: “Dat leerde ik van Björn Soenens. ‘Je verdoet je tijd aan mensen die het niet goed met je voorhebben,’ zei hij. Hij had gelijk, ik kon me helemaal verliezen in discussies op Twitter. Al vind ik nog steeds dat een VRT-journalist in debat moet durven gaan met de kijkers. Ik word betaald met hun belastinggeld, dus hebben ze ook recht op uitleg.”
Je gaf je tegenstanders wel munitie door je publiekelijk uit te spreken tégen het hoofddoeken- en boerkini-verbod. Is dat wel verstandig als VRT-journalist?
BAHRI: “Ik zou het nu niet meer doen. Al steekt het wel een beetje. Een VRT-journalist is als de koning: hij mag nooit voor zijn mening uitkomen. Ik ben jaloers op journalisten van de geschreven pers. Als ik nog maar één tiende zou verkondigen wat een Joël De Ceulaer of Jan Segers in hun krant schrijven, word ik meteen ontslagen. Iemand van de openbare omroep moet objectiviteit uitstralen. Enkel als het maatschappelijk relevant is, durf ik mijn persoonlijke mening nog eens laten gelden.”
Niemand minder dan Siegfried Bracke reageerde op je open brief. ‘Zou er geen link kunnen zijn tussen narcisme en racisme? Gaat het over nieuws maken of nieuws zijn?’ schreef hij. Had hij een punt?
BAHRI: “Ja en nee. Dat mijn statement ‘nieuws’ werd, daar kan je voor of tegen zijn. Ik heb ook iets tegen de personencultus in de media, maar zowel depressies bij jongeren als racisme zijn maatschappelijk relevante thema’s. Hier moet een openbare omroep durven over debatteren. Ze vertrokken toevallig vanuit mijn ervaringen, maar ik denk dat de boodschap belangrijker is dan de boodschapper, niet? Let wel, zijn opmerking heeft me wel geraakt. Omdat ik eigenlijk wel opkeek naar de journalist Bracke. Als je een sneer krijgt van zo’n icoon, blijft dat toch hangen.”
Heb jij het gevoel dat de N-VA de VRT-nieuwsdienst viseert?
BAHRI: “Je stelt vervelende vragen. (lange stilte) Er komt evenveel kritiek van de andere kant, hoor. Onlangs waren de PVDA-fans kwaad omdat Peter Mertens niet in het voorzittersdebat zat bij de Zevende Dag. Maar die heisa valt dan precies minder op. (lacht) Ik weet het: ik draai rond de pot.”
Wat veel rechtse politici de VRT-nieuwsdienst verwijten, is dat ze lang gewacht hebben om de problemen met allochtonen te benoemen. Tien jaar geleden durfden journalisten amper de woorden islam en moslim in de mond nemen uit schrik om voor racist versleten te worden. Breekt dat jullie nu niet zuur op?
BAHRI: “Maar de zaken zijn niet altijd makkelijk te benoemen. Als ik als VRT-journalist naar Molenbeek gestuurd wordt en de veertienjarige Yussef, hier geboren en getogen, gooit stenen naar de politie. Is dat dan een allochtoon of een Belg?”
Vul zelf maar in.
BAHRI: “Ik worstel daarmee. Wanneer ben je géén allochtoon meer? Als je VRT-journalist bent geworden? Als je er zoals Romelu Lukaku er drie voor de Rode Duivels binnen trapt? Succesvolle mensen zijn geen allochtonen, degene die voor problemen zorgen wel. Ik heb het daar moeilijk mee. Dan ga je polariseren, en dat doen we al te veel.”
HOVAARDIGHEID
Je bent actief op Instagram, het sociale media-platform waar iedereen zijn mooiste kiekjes post. Ben jij een ijdele jongen?
BAHRI: “Ik moet daar niet flauw over doen: de zucht naar likes is er. Als er een foto minder dan honderd likes had, delete ik die vroeger. Instagram is dé grootste ego-show ter wereld en the road to unhapiness. Terwijl je scrolt voel je de jaloezie opborrelen. “Amai, die ziet er zo gelukkig uit op zijn nieuwe job. En die zit op Ibiza hem te amuseren. En die heeft een knap lief.” Je praat je de ongelukkigheid aan. Al heb ik ondertussen ook door dat ze een uur lang twintig verschillende filters geprobeerd hebben om die wondermooie selfie op de Eifeltoren te maken. ”
Je zou ook kunnen zeggen: ik laat die narcisten voor wat ze zijn.
BAHRI: “Ja, maar dan ga je in tegen een van je basisbehoeftes. Iedereen wil graag gezien worden. Alles wat we doen vertrekt uit een drang naar appreciatie. Ik voel me tien keer beter als mijn baas me een compliment geeft dan dat ik niks hoor. Als ik een foto met mijn nieuw lief post en hij heeft meteen 600 likes dan groei ik ook vier centimeter.”
En als die foto met je nieuwe vriend maar tien likes krijgt, gooi je hem stante pede buiten?
BAHRI: “Neen, dan zou ik echt wel een oppervlakkig ei zijn. Vergeet niet, ik ben homoseksueel. Als iemand zo’n foto liked, zie ik dat eerder als het aanvaarden van mijn relatie, dan dat ze ons een mooi koppel vinden. Een pak vrienden en familie uit Tunesië weten niet dat ik homo ben. Voor het eerst krijgen zij via Instagram mijn vriend en mij te zien, dat is een belangrijk statement.”
Toen je veertien was, zei je vader al dat hij je iets zou aandoen indien hij ontdekte dat je homo was. Is zijn houding ondertussen veranderd?
BAHRI: “Neen. Al heb ik met hem nooit over mijn homoseksualiteit gepraat. Ik had geen zin om me aan hem te verantwoorden, omdat ik wist dat hij de deur sowieso zou sluiten. Mijn ouders zijn al een tijdje gescheiden, ik heb hem al jaren niet meer gezien. Wat ik hallucinant vond was dat hij het sneller dan mij door had dat ik gay was. ‘Mijn kinderen kunnen niet liegen tegen mij,’ zei hij.”
Je komt vaak op voor de moslimgemeenschap, maar hun intolerantie voor homoseksualiteit ligt wel aan de basis van de breuk met je vader. Wringt dat niet?
BAHRI: “Goede vraag. Ik heb niks met religie, maar als er twee culturen die door je lijf stromen, doet dat iets met je. Mensen die geen halfbloed zijn, kunnen dit niet begrijpen. Als moslims slecht in het nieuws komen, raakt me dat persoonlijk. Dan heb ik zin om hen te verdedigen. Ik zal iets strafs zeggen: ik vind het niet erg dat mijn vader mijn geaardheid niet kan accepteren. Ik begrijp dat. De waarden en het wereldbeeld waarin hij is opgevoed, daar passen homo’s gewoonweg niet in. Je kan niet verwachten dat hij dit zomaar voor mij opzij zet. Daarom heb ik er ook geen probleem mee dat mensen homofoob zijn. Het klinkt misschien raar, maar je mag me een viezerik, zelfs weerzinwekkend vinden, zolang je me maar niet persoonlijk lastig valt. Van mijn integriteit en burgerrechten moeten ze afblijven.”
Vind jij dat de islam haaks staat op de waarden van de verlichting?
BAHRI: “Dat hangt ervan af hoe je die godsdienst interpreteert. Helaas is er een niet bijster snuggere strekking die de koran leest als veertienhonderd jaar geleden. Telkens er een telex binnenkomt met de melding dat iemand tijdens een aanslag ‘Allahu Akbar’ riep, is dit een messteek door mijn hart. Ook al ben ik geen moslim, toch denk ik: ‘Here we go again, we mogen het opnieuw gaan uitleggen.’” Ik begrijp de angst van de ‘andere kant’ voor de islam. Misschien reageren moslims in een reflex van zelfbehoud ook vaak te defensief op kritiek.”
HEBZUCHT
Heb je ooit zwarte sneeuw gezien?
BAHRI: “Ik kwam als kind niks te kort. Mijn vader had een paar restaurants en mijn moeder stond in het onderwijs. Dit veranderde toen ik op eigen benen moest staan. Ik heb een gat in mijn hand. Mijn rekening staat op het einde van de maand telkens onder nul. Veel heeft te maken met mijn luiheid. Als ik winkel kijk ik nooit naar de prijs. Ik ben zo’n marginaal waar de Delhaize en Carrefour dolgelukkig van worden. Ik maak ook op voorhand geen lijstje met wat ik exact nodig heb. Vandaar dat ik zo’n tien keer per maand in een supermarkt opduik. ”
Waar kan je veel geld aan uitgeven?
BAHRI: “Ik ga dolgraag op hotel. Die gesteven lakens, dat ontbijtbuffet, heerlijk. Zelfs in mijn eigen stad test ik die uit. The Hotel ligt op 300 m van mijn deur, maar toch ben ik er onlangs drie nachten gaan logeren. Dan ben je snel wat centen kwijt. Na de aanslagen, toen het toerisme in Brussel op zijn gat zat, was er een ludieke actie dat als je je in pyjama kwam aanmelden gratis mocht overnachten. Dat moesten ze me geen twee keer vragen.”
“Ik vlieg ook keigraag in businessclass. Vooral bij de Arabische luchtvaartmaatschappijen, want daar word je echt verwend. Ze halen je thuis in een limousine op, droppen je in de lounge, regelen ondertussen je check-in en brengen je tenslotte halfdronken naar je lederen troon op het vliegtuig. Daar krijg je een vijf gangen-menu, eet je met zilveren bestek en drink je echte champagne. Met wat geluk zit je op een A380 en kan je in de bar op 30.000 voet gin-tonics drinken. Dat is toch ongelofelijk? Alleen kost het wel geld.”
Je bent dus een luxepaardje?
BAHRI: “Wie leeft er niet graag luxueus? Al ben ik geen materialist. Ik geef bijvoorbeeld geen geld uit aan kleren, maar luchtvaart is mijn passie. Er zijn er die een paar duizend euro’s aan een kostuum van Stijn Helsen geven, dan spaar ik liever voor een ticket van Brussel naar Hong Kong met Emirates. De rest van het jaar loop ik dan wel rond met een broek van 20 euro.”
Stel dat concurrent VTM je een lucratief contract aanbiedt, vertrek je?
BAHRI: “Nooit voor het geld. Misschien ben ik naïef, maar ik vind dat de openbare omroep een maatschappelijke missie heeft en daar wil ik graag deel van uit maken. Als journalist kun je nergens beter zitten. Al vind ik dat onze vrienden uit Vilvoorde ook weergaloos werk leveren. Ze houden ons scherp.”
Je bent iemand die voor je werkgever op de barricades gaat staan. Zo diende je op Twitter Kris Hoflack, baas van de VTM-nieuwsdienst, van antwoord nadat hij had uitgepakt met de primeur van de arrestatie van Abdeslam. Terwijl zij live gingen, zonden jullie Dagelijkse Kost uit.
BAHRI: “Het was niet aan mij om te reageren, dat besef ik nu wel. Maar ik kan niet tegen onrechtvaardigheid, het parket had om veiligheidsredenen gevraagd om geen verslag uit te brengen. Wij volgden die richtlijnen, VTM niet. In die periode pookten kranten de rivaliteit tussen beide zenders op. ‘De VRT heeft het weer gemist,’ schreven ze. Als ze onterecht mijn lief afkraken, voel ik me in mijn gat gebeten.”
ONKUISHEID
Hoe belangrijk is seks voor jou?
BAHRI: “Ik ben een man van 29 die sinds een paar maanden een nieuwe vriend heeft. En een gezonde jongen is. Dus vul zelf maar in…”
Ik snap het, er worden momenteel overuren in de bedstede geklopt.
BAHRI: (lacht) “Ik ben passioneel in alles wat ik doe. Wat ik leuk vind, is dat het deze keer goed aanvoelt en meer is dan vrijblijvende seks. We moeten daar niet flauw over doen: binnen de homogemeenschap is losse seks zowat de norm geworden. Als je iemand ontmoet maakt seks bijna instant deel uit van het ‘kennismakingproces’. En dat was deze keer niet het geval.”
Dating-apps als Grindr wekken die losse contacten wel in de hand. Maakte jij daar als single gebruik van?
BAHRI: “Ja, hoor. Een hele vooruitgang, toch? De vorige generatie moest nog gaan cruisen in het Warandepark. (lacht) Let wel, op den duur vond ik dat los gescharrel beangstigend. ‘Ga ik ooit nog van ’t straat geraken?’ dacht ik. Alles was zo oppervlakkig en zo vluchtig. Als je ’s middags iemand op Grindr ontmoette en pas ’s avonds met hem tussen de lakens dook, was je al een trage. Van engagement was geen sprake. Dat kan eventjes leuk zijn als je uit een lange relatie komt, maar zo bouw je niks op. Dan wordt seksualiteit even banaal als een pak frieten met stoverij kopen.”
Hoeveel sekspartners had je al in je leven?
BAHRI: “Ik houd dat niet bij. Ik weet alleen met hoeveel vrouwen ik naar bed ben geweest. Vier.”
Dus je bent biseksueel?
BAHRI: “Neen, nu kan ik me geen seks met vrouwen meer voorstellen. Het was een beetje schizofreen. In mijn binnenste wist ik dat ik iets anders wou. Als kind voelde ik me al aangetrokken tot de jongenslijven in de schooldouches. En toen ik als puber naar porno keek, was dat altijd naar de mannenlijven. Frustrerend, want de vrouwenlichamen komen altijd meer in beeld. (lacht) Maar je wordt sociaal gemanoeuvreerd naar meisjes. Pas op, ik ben verliefd geweest op die vrouwen en heb echt genoten van de seks met hen. Enkel orale seks is nooit geluk. De directe confrontatie met de pure vrouwelijkheid gaat me nét iets te ver. (bulderlach)”
Wisten die vrouwen dat je homo was?
BAHRI: “Mijn laatste vriendin wist dat ik ook op jongens viel. We keken zelfs samen naar homo-porno. Ze vond dat niet erg. Twee jaar had ik een passionele relatie met haar. Zij was de laatste vrouw met wie ik seks had.”
Denk je dat jongeren zich nu sneller als homo outen?
BAHRI: “Ik vrees ervoor. Hoe meer de maatschappij geseksualiseerd geraakt, hoe conservatiever de jongeren. Dat merkte ik vorige zomer toen ik voor ‘Het journaal’ seksvragen moest gaan stellen op een scoutskamp. Vaak staan ze met hun mond vol tanden. En toen ik na het interview zei dat ik op jongens viel, schrokken ze enorm: ‘Méén je dat? Eikes.’ Hopelijk gaan die oogkleppen er binnenkort af.”
Ben je monogaam?
BAHRI: “Ja. Alhoewel ik begrip heb voor mensen die een open relatie hanteren. Maar dan moeten de kaarten wel open op tafel liggen. Overspel, bah! Soit, ik heb nog nooit in een langdurige relatie gezeten waar er sleur op zit, dus die optie was nog nooit aan de orde.”
JALOEZIE
Hoe reageer je als je vriend met een andere man flirt?
BAHRI: “Dit ligt moeilijk, ik ben een jaloers type. Gelukkig is dat momenteel met mijn partner bespreekbaar. Hij weet hoe zwaar ik in mijn jeugd en in vorige relaties onder bedrog geleden heb.”
Is jaloezie meer aanwezig bij homo’s dan hetero’s?
BAHRI: “Omgekeerd, denk ik. Homo’s praten makkelijker over open relaties dan hetero’s. Die laatste zoeken hun vertier dan meer in de duik. Volgens mij worden er dan ook meer verdoken scheve schaatsen bij hetero’s gereden.”
Was je ooit al jaloers op collega’s?
BAHRI: “Ja. Ik heb moeten leren om anderen hun succes te gunnen. Ik was, dacht ik, de talentvolle jonkie van het Journaal. Tot Danira Boukhriss naast me opdook en als een wervelwind carrière maakte. Iemand wiens carrière parallel met de jouwe loopt en je plots voorbij steekt, dat steekt. Een vijftal jaar geleden deed ik mee aan screentesten om nieuwsanker te worden. Ze kozen Hanne Decoutere en niet ik. Ook dat was zuur, maar nu ben ik daar niet meer afgunstig over. Ze verdienden het ook echt, want het zijn klasbakken.”
Zo te horen was je heel ambitieus.
BAHRI: “Inderdaad. Ik geef toe dat ik zelfs misplaatste ambities had. Als je 23 jaar bent en je pretendeert het journaal te kunnen presenteren, is dat gewoon belachelijk. Vroeger was ik een ijdeltuit wiens ego gevoed werd door met zijn smoel op tv te komen. Ik deed alles voor een stand-up in Het Journaal, het onderwerp kon me niet schelen. Nu hoef ik niet meer op het scherm te komen. Onlangs wou mijn eindredacteur dat ik live ging om verslag uit te brengen over de files door de werken in de tunnels. ‘Het verkeer verloopt hier vlot, waarom zouden we nog live gaan?’ pruttelde ik tegen. De Riadh Bahri van vijf jaar geleden zou geen seconde getwijfeld hebben: live. Nu haal ik meer voldoening uit een scoop die ik verzilver. Ik verzamel de pushmeldingen op VRTNWS; zoals ‘Geen akkoord bij Brussel Airlines.’ Als jij de bron bent, en ze wordt door verschillende nieuwssites overgenomen, dan weet je dat je het verschil gemaakt hebt. Ik wil een journalistieke reputatie opbouwen. Ik kick erop als de CEO of vakbondsafgevaardigde van Brussels Airlines me persoonlijk contacteert voor een primeur. Als je dat dan in de studio bij Martine Tanghe mag gaan uitleggen, is de naam Bahri belangrijker geworden dan het gezicht.”
Wat is je ultieme carrièredroom?
BAHRI: ”Als kind wou ik Martine Tanghe of piloot worden. Dat laatste ben ik nu aan het realiseren. Ik volg een pilootopleiding. Halftijds piloot en halftijds journalist, dat lijkt me het walhalla op aarde. I’m working on it. Maar op het gemak (knipoog).”