Sprotje en de psychopaat.
Drie weken geleden kwam er op de dierenartsenpraktijk van Joshua Dutré een vreemd telefoontje binnen. Een jongeman uit Kortrijk vertelde dat hij een zwaargewond katje wou laten verzorgen. Dat had hij twee dagen eerder op een feestje uit een hete oven gehaald. Een Oekraïner had de kat een kwartier lang bij 200 graden Celsius geroosterd.
DUTRÉ: “De man had een vreemde geur uit de keuken waargenomen. Toen hij de kat in de oven vond, was ze bewusteloos. De man en zijn partner dachten dat ze dood was en namen haar mee naar huis. Uiteindelijk bleek Sprotje, zo noemen we de kat, nog te leven, maar ze was er erg aan toe: haar hele lijf had ernstige brandwonden. Bij mensen zie je dat onmiddellijk, maar onder de vacht van een kat blijft dit vaak onopgemerkt. Daarom verzorgde het koppel haar eerst zelf thuis. Tot de huid afstierf en begon los te komen, toen ontdekten ze de brandwonden op haar lijfje. Naast kleinere brandwonden op haar poten en neusje, lag haar hele linkerflank open. Wellicht stond ze eerst in de oven recht en viel ze bewusteloos op haar zijkant.”
Is het geen mirakel dat die kat dit heeft overleefd?
DUTRE: “Het heeft niet veel gescholen. Toen mijn collega de telefoon kreeg, dacht ze dat we haar zouden moeten doen inslapen, maar gezien het gruwelijke onrecht dat ze onderging en de al bij al redelijke klinische toestand, wilden we voor haar vechten. Om Sprotje te redden is een lange en dure behandeling nodig. Elke dag verbanden aanleggen, zalven smeren, pijnstillers geven, … We zijn ondertussen drie weken bezig en we zijn nog maar halverwege de behandeling, schat ik. Omdat de mensen die haar binnen brachten dit niet konden betalen, hebben we met succes een crowdfunding opgestart. Er zijn een pak mensen die met Sprotje meeleven.”
Heeft de dader ondertussen spijt?
DUTRÉ: “Helemaal niet. Hij bekende, maar het hele voorval laat hem Siberisch koud. Toen mijn collega hem opbelde met de vraag wat hem bezielde en of hij ook voor de medische kosten zou opdraaien, lachte hij haar vierkant uit: ‘Het enige waar ik voor wil betalen is je doodskist.’ Dan schrik je wel even. Iemand die zo wreedaardig is dat hij een kat in de oven steekt, is geen doetje. Dan neem je zo’n bedreiging maar best ernstig. Er was onlangs een symposium waar men aanraadde om iedereen die dieren mishandeld psychisch te checken of ze geen gevaar vormen voor mensen.”
Michel Vandenbosch, voorzitter van dierenrechtenorganisatie (GAIA), stelde zich burgerlijke partij in de zaak. “Wat me beangstigt is dat de man totaal geen schuldbesef heeft. ‘Er zijn toch ergere dingen?’ zei hij. Besef goed dat dit soort wreedheden vaak eigen is aan psychopaten. Er zijn genoeg seriemoordenaars bekend die eerst ‘getraind’ hebben op dieren. Als ze daar geen kick meer krijgen om hun machtswellust te botvieren, schakelen ze over op mensen. Wanneer je dergelijke signalen opvangt moet je ingrijpen. Ik hoop daarom dat het gerecht dit niet blauwblauw laat. Anders geef je het signaal dat dit allemaal zo erg niet is.”
Zijn de straffen voor dierenbeulen streng genoeg?
VANDENBOSCH: “Vooralsnog zijn de straffen nog beperkt: maximaal 6 maanden cel en 16.000 euro boette. Kleine gevangenisstraffen worden in ons land echter niet uitgevoerd. De beul van Sprotje zal dus nooit de cel in moeten. Maar straks wordt het 18 maanden en dan hebben ze het wél vlaggen. In Wallonië staan ze al verder: daar hanteren ze gevangenisstraffen tot 3 jaar met boetes die tot in de miljoenen kunnen oplopen. Er is zelfs een nieuwe wet in de maak die voor de ergste mishandelingen gevangenisstraffen tot 10 jaar voorziet. Mooi, alleen zien we vaak dat Waalse rechtbanken dierenmishandeling met de mantel der liefde bedekken en de beulen vrijspreken.”
Maakt de wet onderscheid tussen welke dieren je mishandelt? Kan je ook gestraft worden als je een kikker opblaast?
VANDENBOSCH: “Absoluut. De dierenwelzijnswet is duidelijk: wie handelingen stelt waardoor een dier zonder noodzaak omkomt, een letsel oploopt, of verminking ondergaat, is strafbaar. Alle gewervelde dieren zijn in staan om pijn te voelen. Tot voor 2007 moest bij dierenmishandeling een ‘bijzondere intentie’ worden bewezen. Als je als dierenmishandelaar met het excuus kwam dat je niet wist dat je ze pijn deed, of dat je het per ongeluk had gedaan, dan kwam je daar mee weg. En als het geweld zijn nut had, ging je ook vrijuit. M.a.w., als een rechter het wenselijker vond dat een gefrustreerde boer op zijn beesten klopte dan thuis op zijn vrouw, was er niks aan de hand. Zo werden de dierenbeulen van de veemarkten in Anderlecht vrijgesproken. ‘Wij wilden helemaal die koeien geen pijn doen, die stokslagen dienden enkel om de dieren van punt A naar B te brengen.’ Voor mij was toen de maat vol en heb ik een aanpassing van de wet bekomen.”
Dierenverkrachter op kinderboerderij.
Sommige dierenmishandelingen verwacht je enkel in de goorste pornofilms op het Darknet. Zo werd een maand geleden in een kinderboerderij in Sint-Niklaas een ezel vastgebonden en door een viertal mensen verkracht.
VANDENBOSCH: “Dit komt vaker voor dan je denkt. Ik herinner me een nachtwaker in een asiel die slag om slinger honden verkrachtte. Hij filmde zijn daden en postte die onder het pseudoniem ‘Freaky’ op allerhande sekssites. Voor de rechter verklaarde hij dat hij een grote dierenvriend was. ‘Had ik op teefjes gezeten, dan was het mishandeling, maar ik heb enkel seks gehad met reuen,’ zei hij in de rechtbank. Compleet absurd, maar die kerel werd wel vrijgesproken. Ondanks alle veterinaire rapporten, die wezen op het ernstige risico op inwendige bloedingen en gedragsstoornissen, leek het de rechter niet bewezen dat die man die honden doelbewust pijn wou doen. De wet is gelukkig aangepast. Zo werd enkele maanden geleden een hondenoppasser veroordeeld die een Duitse herder masturbeerde terwijl hij er zelf naakt bijliep. ‘De hond had me duidelijk gemaakt dat hij graag afgetrokken werd,’ beweerde de man. Hij stelde ook dat hij het deed uit ‘wetenschappelijke nieuwsgierigheid’. Vroeger zou je met zo’n uitvlucht wegkomen; voor 2007 was seks met dieren wettelijk niet verboden in België. Midas Dekkers praatte in zijn boek ‘Lief Dier’ zelfs seks met dieren goed. ‘Als dat dier er niet onder lijdt en het misschien zelf prettig vindt, moet dat kunnen,’ zei hij. Over zo’n gasten zeg ik: dwangbuis aan en afvoeren! Een mens zou gaan denken dat de heer Midas zelf op een paar schapen heeft gezeten.”
Pervers is het zeker, maar in welke mate zien dieren af van seks met mensen?
VANDENBOSCH: “Naast inwendige kwetsuren, kan dit lijden tot gedragsstoornissen. Storingen met betrekking tot de dominantieverhoudingen, waardoor een hond bijtgedrag kan gaan vertonen. Door ons toedoen is seks met dieren nu verboden. Want geloof me, dit zijn geen uitzonderlijke toestanden. Toen we Freaky voor de rechtbank daagden, kregen we dreigbrieven van zielsverwanten van die kerel. Zoöseksuelen, die ons allemaal wilden overtuigen dat ze het doen uit pure dierenliefde. En dat de dieren dat helemaal niet erg vinden. Da’s exact hetzelfde redeneringspatroon waarmee pedoseksuelen hun daden goedpraten.”
De verwaarlozing.
Vorige weekend werd een ondervoede stafford in Oostende aan een verkeerspaaltje achtergelaten. Geen zeldzaam geval, beweren Eline Ghekiere en Fabrice Goffin van de asielen Animal Trust en Het Blauwe Kruis. Jaarlijks zien zij hoe dieren, vaak in een erbarmelijke gezondheidstoestand, op straat of in een bosje gedumpt worden. En dan hebben ze nog geluk: anderen eindigen in een zak in een rivier.
Klopt het cliché dat de asielen in de zomermaanden uitpuilen omdat veel mensen op reis vertrekken en hun huisdier dan maar ergens achterlaten?
GOFFIN: “Voor een groot deel wel. Al start in juni ook de periode van de afgedankte kerstcadeautjes. Een hond wordt als puppy gegeven met Kerst. Drie maanden later is hij volgroeid en start de twijfelfase: ‘Oei, die wordt groot. Wat gaan we er nu meedoen?’ Twee maanden later is de kogel door de kerk: ze willen ervan af. Maar ze zijn eigenlijk beschaamd over die beslissing, dus laten ze hem maar in een bos achter. De hond of een kat is een wegwerpartikel geworden. En dat mag je letterlijk nemen: want in ons asiel gooiden ze al ’s nachts honden over het hek.”
GHEKIERE: “Doordat de meeste honden gechipt worden, kunnen we vaak de eigenaars opsporen. Maar die gaan zelden toegeven dat ze een hond achtergelaten hebben. Hét excuus dat we dan altijd horen is dat ze de hond vier jaar geleden hebben weggegeven, maar niet meer weten aan wie…”
Wat is de ergste vorm van verwaarlozing die je ooit zag?
GOFFIN: “Een paar jaar geleden hebben we met de brandweer een hond ontzet op een balkon van een appartementsgebouw. Het was hartje winter, de stenen vroren uit de grond en die hond zat er al vier dagen buiten. De eigenaars waren op een verlengd weekend vertrokken en hadden het beest enkel met wat hondenbrokken achtergelaten. Zoiets vind ik het laagste wat er is. ‘Ja maar, we hadden familieverplichtingen en vonden niemand om er op te passen,’ zeiden ze.”
GHEKIERE: “Ik herinner me vooral Mona, een Franse buldog die zo werd uitgehongerd dat ze nog amper vel over been was. Haar foto heeft in alle kranten gestaan. Ze woog nog amper vijf kilogram, terwijl haar normaal gewicht rond de tien kilo is. Het beestje zat weggestopt onder een afdakje achteraan de tuin en kreeg geen eten. Volgens de eigenaars was ze doodziek en had het geen zin om haar te voeden. Onzin, want toen wij haar eten gaven kwam ze wel bij.”
Is dit mishandeling of enkel nalatigheid?
GHEKIERE: “Ik vind dit dierenmishandeling. Als je zelf gezellig aan tafel zit te eten, terwijl in je tuin een hond van de honger crepeert, dan breek je dat beest niet enkel fysiek, maar ook mentaal. Mona was doodsbang, beet naar alles en iedereen, ze vertrouwde niemand meer. Het heeft een aantal weken geduurd voor ze bij mij toenadering zocht. Het is gelukkig goed met haar gekomen: ze is geplaatst in Nederland en is een sociaal beestje geworden.”
GOFFIN: “Door die verwaarloosde honden in beslag te nemen, verleg je vaak enkel het probleem. Want vaak kopen ze een week later gewoon een nieuwe. Daarom zou er een zwarte lijst van dierenverwaarlozers moeten bestaan. Eens daarop mag je nooit nog een huisdier houden.”
Hoe vaak krijgen jullie verwaarloosde dieren binnen?
GHEKIERE: “Dit jaar heb ik al 49 verwaarloosde honden moeten ophalen. Het was nog nooit zo hoog, wellicht omdat de controle is opgevoerd. Er worden door het ministerie van Dierenwelzijn meer inspecteurs op pad gestuurd, wat een goede zaak is. Het merendeel zijn uitgebuite honden die van illegale broodfokkers komen, teefjes die elke loopse periode gedekt worden en volledig uitgeput zijn. Maar er zitten ook klassieke waakhonden uit boerderijen tussen. In extreme gevallen wordt zo’n hond nooit uitgelaten en zit dat jaren aan een ketting te waken.”
Kan je een etiket op een dierenverwaarlozer kleven?
GHEKIERE: “We moeten er geen doekjes om winden: als het geen broodfokker is, zijn het vaak marginalen. Mensen die amper voor zichzelf kunnen zorgen, maar wel zes honden houden. Ze hebben amper geld om in hun eigen levensonderhoud te voorzien, laat staan dat ze vaccinaties of deftig hondenvoedsel kunnen betalen. Pas op, ik heb ook al honden uit een sjieke villa weggehaald, maar 90 procent zijn mensen die het financieel heel moeilijk hebben. Ze realiseren zich ook niet dat ze een dier verwaarlozen. Als je dan zo’n beest komt ophalen, is het van: ‘Wat doen wij nu eigenlijk verkeerd?’”
GOFFIN: “De helft van de in ons asiel achtergelaten of afgestane honden zijn staffords. Dat ras is nogal in trek bij marginale macho’s die graag eens de spierballen laten rollen. Naast de sixpack, het pintje, de joint en de tatoeage, wordt zo’n hond dan een statussymbool. Zo’n bink wil laat graag zien hoe agressief zo’n hond kan zijn, waardoor men ze miskweekt en die dieren onhandelbaar worden. De baasjes hebben het vaak niet breed, dus kopen ze die honden voor een appel en een ei op tweedehands.be, waardoor ze vaak van bij illegale broodfokkers komen en vaccinaties ontbreken. En dan weet je wat er gebeurt: de hond wordt vaak ziek en ze kunnen de factuur van de dierenarts niet meer betalen. Gevolg: ze dumpen hem en kopen voor honderd euro een nieuwe.”
VANDENBOSCH: “Ik herinner me een koppel uit Koekelberg dat straatarm was, maar wél een aap in huis had. Naast de stank en de vuiligheid in dat appartement – de kakerlakken hadden het daar perfect naar hun zin – herinner ik me ook de aanwezigheid van een high-end Bang§Olufsen geluidsinstallatie. Dat zie je vaak: ondanks de financiële malaise waarin sommigen verkeren, gaan ze hun weinige geld niet in de basisbehoeften maar in speciallekes investeren. Een exotische aap of een boa constrictor passen dan perfect in hun filosofie. Je kan daar met je verstand niet bij.”
Waar halen ze zo’n exotisch beest?
VANDENBOSCH: “De mensen kopen dat illegaal. In de jaren ’90 kon je op de luchthaven van Zaventem nog cargo’s vol exotische vogels aantreffen. Toekans, mozambiquesijsjes, pagepagaaien, zadelbekooievaars – rechtstreeks gevangen uit de Afrikaanse jungle. De dieren zaten met duizenden in bakovens te creperen. Geen water, geen eten, enkel hitte. Ik herinner me een vracht van tienduizend wilde vogels uit Mali, waar slechts 15% het overleefd had. Vreselijke toestanden. Pas in 2007 heeft de Europese Unie de invoer van exotische vogels verboden.
Zouden arme mensen ook geen huisdieren aanschaffen als middel tegen de eenzaamheid? Ik zag al vaak een dakloze met een hele roedel herdershonden.
GHEKIERE: “’t Ja. Een hond is er inderdaad altijd voor je. En hij zegt niet dat je vuil bent en stinkt. Dat ziet je altijd graag, ook al geef je hem maar een bakje eten per dag. Daarom halen velen er meteen meerdere exemplaren in huis. Maar geld om te steriliseren is er niet, dus gaan die dieren kweken. En dan loopt het snel uit de hand.”
VANDENBOSCH: “Je hebt er ook die aan verzamelwoede lijden; ze schaffen dieren aan alsof het postzegels zijn. Pas op, vaak ligt een welgemeende, doch obsessieve, dierenliefde aan de basis. Ze willen al het dierenleed uit de wereld helpen en ontfermen zich over elke hond of kat die hun pad kruist en iets mankeert. Dat ontaardt natuurlijk. De inspectie dierenwelzijn is ooit bij een vrouw binnen gevallen die vijftig katten in huis had. De uitwerpselen lagen in een centimeters dik tapijt over de vloer verspreid. Haar eigen toilet was door de massale aanwezigheid van de katten ontoegankelijk geworden, de dame deed haar gevoeg in de kattenbak. Zo’n mensen moeten tegen zichzelf beschermd worden.”
DUTRÉ: “Onlangs kwam de politie hier met een hond die al twee maanden alleen in een kamertje in zijn eigen uitwerpselen leefde. Met nagels die zo lang waren dat hij zijn tenen niet meer over elkaar kon bewegen. Het was een witte hond, maar hij had zoveel jeuk van de vlooien dat zijn hele vacht roestbruin kleurde door het hevige likken. De vrouw beweerde in een depressie te zitten waardoor ze niet meer voor haar hond kon zorgen. Maar ze schafte ondertussen wel een nieuwe puppy aan. Terwijl haar oude hond verkommerde, trok ze met de nieuwe aanwinst in bij een vriendin. Zo iemand hoort geen huisdieren te hebben, maar toen we dreigden met de hond van haar af te nemen, volgden de tranen. Dan was de oude hond ineens haar favoriet beest.”
VANDENBOSCH: “Dierenverwaarlozing kan ook een indicatie zijn voor wantoestanden in een gezin. Zo haalde ik ooit eens een koppel creperende, uitgemergelde, Afghaanse windhonden uit een woning in Laken. Toen ik de hond zo voorzichtig mogelijk oppakte en in mijn armen hield zat ik ineens met mijn vingers door zijn vel. De politie ontzette toen ook twee verwaarloosde kinderen uit dat huis. Het was een van mijn vreselijkste ervaringen als dierenactivist.”
Kortom, je kan maar beter begoed zijn en geen burn-out krijgen als je een dier aanschaft.
DUTRÉ: “Een depressie is geen lachertje, maar je moet een oplossing zoeken voor je hond en hem niet zomaar aan zijn lot overlaten. Denk om te beginnen op voorhand na als je een hond aanschaft. Schat in of je dat bijvoorbeeld wel financieel aankan. Mensen kopen een hond en denken dat daarmee de kous af is. Maar ze vergeten dat dit beest ook deftig eten, verzorging en vaccinaties nodig heeft. En dat er ook onvoorziene kosten kunnen opduiken als zo’n hond onder een auto komt en een been breekt. Een operatie kost al gauw meer dan duizend euro, dan moet je dus een financiële reserve hebben.”
VANDENBOSCH: “De spotgoedkope aankoopprijs van een dier is vaak een verraderlijke val. Paarden, bijvoorbeeld, daar smijten ze vandaag mee naar je kop. Mensen kopen zo’n dier aan een spotprijsje, maar hebben totaal geen benul wat dat kost aan verzorging. Je bent maandelijks minstens een paar honderd euro kwijt. Ze kopen het ook vaak om de foute redenen: dochterlief die al maanden om een paard zaagt, maar een half jaar later haar eerste vriendje heeft en er niet meer naar omkijkt. De meeste kopers van paarden weten niet wat zo’n dier nodig heeft aan zorg en beweging. Een deftige weide is er niet, dus steken ze het dier op een te klein grasveld dat compleet ongeschikt is. Wanneer ze beseffen dat ze eigenlijk geen geld meer hebben om het paard te onderhouden, laten ze het beest gewoon achter tot een buur alarm slaat. Resultaat: alle opvangcentra voor paarden in Vlaanderen zitten bomvol. In dezelfde betreurde categorie: ezels. Mensen denken: je zet dat in den hof en dat trekt zijn plan. Maar die hoeven moeten tijdig gekapt worden, anders krijg je Aladinschoenen. Je ziet ook niet snel dat ze ondervoed zijn. Door hun dikke vacht merk je vaak niet dat ze nog vel over been zijn. Door gemakzucht, luiheid, en gebrek aan kennis kan er vanalles fout gaan.”
GOFFIN: “Er zijn ook eigenaars die moedwillig hun dier de foute opvoedkundige richting uitsturen. In mijn streek heeft iemand een kat in een boom gezet en er zijn staffords op afgestuurd. Wandelaars zagen hoe de kat van de schrik uit de boom sprong en werd verscheurd.”
Hebben jullie tips voor mensen die een huisdier willen houden?
DUTRÉ: “Denk voor je een hond koopt na over je tijdsbesteding. Als je niet minstens twee keer per dag een half uur ermee kan wandelen, doe het dan niet. Zelfs chihuahua’s hebben beweging nodig. Denk ook goed na over het ras: als je in een appartement woont moet je geen bordercollie of husky in huis halen. Zo’n dieren moeten kunnen rennen, anders breekt dat je kot af en krijgt het gedragsproblemen. Ga ook niet voor de honden met een speciaal uiterlijk. Dat verbergt vaak een pak dierenleed. Het duidelijkste voorbeeld zijn de mopshonden zoals de Franse en Engelse buldog. Door het kweken naar de platte snuit, is hun neus, keel en luchtpijp dermate vervormd dat vele dieren bijna constant in ademnood zitten. Vraag dus raad over het ras aan een dierenarts voor je het koopt.”
GHEKIERE: “Veel mensen kopen een heel actieve hond omdat ze hem mooi vinden, maar uiteindelijk wordt dat een lastige hond omdat ze er mee moeten gaan wandelen. De weimaraner is een prachtige grote jachthond, maar na drie uur wandelen zie je hem nog denken: ‘Wat gaan we nu doen, baas?’ Als je zo’n hond tien uur alleen laat, verbouwt hij je huis. Aan de shiba inu heb ik er ook al veel zien mispakken. Ze lijken kleine schattige vosjes, maar je doet er niet mee wat je wil. Het zijn koppige, intelligente hondjes die een consequente opvoeding vereisen. Als je de juiste handleiding niet volgt, riskeer je dat ze ongehoorzaam worden en de boel op stelten zetten.”
DUTRÉ: “Wie een dier in huis haalt, heeft een even grote verantwoordelijkheid als een kind kopen. Je haalt een levend, intelligent en sociaal wezen in huis. Dat je gewoon naar een ‘winkel’ kan gaan en het als een paar schoenen kan meenemen, is eigenlijk niet normaal. Denk daarom eerst aan een asiel als je een hond wil kopen.”
Zijn alle hondenkwekerijen dan slecht bezig? Ze moeten toch aan regels voldoen?
GHEKIERE: “Wettelijk zijn ze misschien in orde, maar ik vind het niet oké dat honden van grote fokkerijen nooit de buitenkant van een kennel zien. Elke hond heeft recht op een mooi leven, zorg er dan voor dat hij ook eens aan de zee of in een bos kan wandelen. Als je massaal veel honden kweekt, is daar geen tijd voor. Daarom: als je een pup koopt, doe het dan bij een fokker die maximaal één of twee hondenrassen kweekt. Een goed teken is dat hij niet onmiddellijk pups in de aanbieding heeft. Want kwekers zijn nodig, er is een gebrek aan honden.”
DUTRÉ: “Als je een bepaald ras wil en je wilt zeker zijn dat je pup niet van de broodfok komt, surf dan naar de site van de Koninklijke Maatschappij Sint-Hubertus (www.kmsh.be), dé Belgische hondenkennelclub. Zij hebben tot doel de hondenrassen in België te verbeteren, met de focus op het welzijn van de hond. Zoek naar het ras dat je wil, vaak staan daar al nestjes op.”
Onthoofde ooievaars
Het was een van de opvallendste beelden in de marge van het WK voetbal in Rusland. Een bruine beer die rondgereden werd in een cabriolet en ondertussen op een vuvuzela speelde. Het lijkt onschuldig, maar dat is het niet.
DUTRÉ: “Honden en katten kan je op een positieve manier kunstjes aanleren, daar is niks mee. Maar wilde dieren die als attractie opgevoerd worden, worden vaak met zware straffen getraind. Als je als toerist een selfie met een aapje nemen, dan weet je dat de kans groot is dat dit diertje mishandeld werd.”
VANDENBOSCH: “Wellicht is er veel geweld gebruikt om die beer zo ver te krijgen, Russische dierentemmers hebben een kwalijke reputatie. Zo zijn er die hun beren leren dansen door hen te dwingen op een hete plaat te staan. Telkens de beer op de gloeiende plaat staat en door de pijn op een neer springt, speelt de dompteur op zijn viool. Na een maand heeft de beer de Pavlov-reactie te pakken, dat hij gaat dansen zodra hij de viool hoort.”
In Pairi Daiza en Planckendael worden roofvogelshows gehouden. Is daar iets mis mee?
JAN RODTS (Vogelbescherming Vlaanderen): “Ja. Het veroorzaakt impulsaankopen. In Planckendael mag je met roofvogels op een foto. Zo stimuleer je mensen om zo’n dier, waar ze niks van kennen, in huis te halen. Eenzelfde effect zagen we door de Harry Potter-films. Elke kleine wou ineens een kerkuil. Maar als ze hem hebben, is het van: ‘Oei, eet dat muizen? Daar durf ik niet aankomen, hoor.’ En als ze de braakballen en uitwerpselen moeten opkuisen, is de lol er helemaal af. Dan laten ze zo’n uil maar los in de natuur, maar dat beest heeft nooit leren jagen in het wild. Ze hebben dus niet de skills om prooien te vangen. Vaak sterven ze hierdoor een langzame hongerdood. Hetzelfde lot ondergaan ontsnapte roofvogels van valkeniers als ze met de lederen riempjes aan hun poten, aan takken blijven hangen. Die dieren horen niet in gevangenschap te leven. Een kerkuil heeft normaliter een territorium van 360ha. Hem in een volière steken is hetzelfde als wij die ons leven op een vierkante meter moeten doorbrengen.”
VANDENBOSCH: “De impact van het houden van dieren in gevangenschap wordt vaak onderschat. Eén van de schrijnendste zaken die ik ooit zag was een verwaarloosde chimpansee in een dierentuin. Door een gebrek aan bewegingsruimte en ondervoeding, was die aap misgroeid: hij kon zijn beentjes niet meer strekken. Nooit vergeet ik het moment toen een dierenarts de verdoofde aap zijn beentjes rechttrok. Er kwam meteen een enorme stank vrij – en mengeling tussen koeienstront en rotte eieren. Bleek dat die aap zijn buik aan het wegrotten was.”
Ik heb de indruk dat hoe groter een beest is in gevangenschap, hoe meer we er mee meeleven. Bij een parkiet in een kooi hebben we dat minder.
RODTS: “Ja, vogels worden op dat vlak inderdaad stiefmoederlijk behandeld. Vinkenzettingen, bijvoorbeeld, dat is dierenmishandeling. Daarom is het ook in Nederland verboden. Die vogels leven in een bakje van enkele vierkante centimeters, er is geen verluchting, de zon zit daar volle bak op. Bovendien worden ze zodanig opgefokt dat hun natuurlijk gedrag verstoord wordt. Een normale vinkt zingt in de natuur maximaal 350 liedjes per uur, in competitie zijn dat er 1000. Dat komt omdat ze gebrainwasht worden: ze krijgen ingekorte zangen van vinken te horen. Enkel de suskewiet op het einde van het riedeltje telt. Vroeger brandde men zelfs de oogleden van de vinken dicht. Door hun netvlies met een hete priem dicht te schroeien, verkeerde de vogel in de veronderstelling dat hij in de permanente ochtendschemering zat. Dé ideale omstandigheid om een vink aan het zingen te krijgen. In 1924 hebben we dat kunnen afschaffen, maar het getouwtrek in politieke achterkamers bleef duren. Wijlen André Denys, bijvoorbeeld, was een fervent voorstander van de vinkensport. Daarom trokken we naar de Raad van State om de boel af te schaffen. Ik vind het schrijnend dat je als kleine vereniging alle juridische registers moet open trekken, tot op het hoogste niveau, om de regelgeving die dierenmishandeling aanmoedigt naar de prullenmand te krijgen.”
Wellicht schermen voorstanders dat het cultureel erfgoed is? Zoals het stierenvechten in Spanje.
RODTS: “Moet je daarom dierenmishandeling toelaten? De trekvogeljachten in Malta en Libanon zijn ook ‘een traditie’. Puur voor de lol schiet men alles uit de lucht wat vliegt. Niet om op te eten, maar uit puur vertier. Check de foto’s en filmpjes op de Facebookpagina ‘Stop Hunting Crimes in Libanon’ en je maag draait om. Jagers paraderen er naast arenden die ze net half lam geschoten hebben en nu bloedend voor hun voeten rondstrompelen. Op de motorkap van hun jeeps lagen de lijken van honderden wielewalen – een vogel die in onze contreien sterk achteruit gaat. Bepaalde jagers gingen in hun sadisme zelfs de artistieke toer op. Met de koppen van een dertigtal onthoofde ooievaars vormden ze op het strand een mooi hartje.”
Aaibare kreeft.
Mijnheer Vandenbosch, u verwijt de intensieve veeteelt ook dierenmishandeling?
VANDENBOSCH: “Het haalt niet altijd de kranten, maar de georganiseerde mishandeling heeft een veel groter impact dan de individuele. En dan denk ik vooral aan de intensieve veeteelt. Zoals vlees- of braadkippen, ook plofkippen genoemd. Die zitten met tienduizenden opeengepakt in loodsen. Ze liggen in hun eigen uitwerpselen, strooisel wordt zelden of nooit ververst. Ze zijn bovendien zodanig geselecteerd dat ze op zes weken tijd van een tiental gram naar 2,2 kg moeten groeien. En daar moeten ze verschrikkelijk voor lijden. De gewichtstoename gaat zo snel dat het beendergestel niet kan volgen: ze worden kreupel, zakken door hun poten en kunnen niet meer aan de voederbak waardoor ze uithongeren. Tegen de 6e week kan je de lijken gaan oprapen. De overlevenden worden uiteindelijk in veel te kleine kratten gestoken en naar het slachthuis vervoerd: van de 300 miljoen kippen die jaarlijks geslacht worden, zijn er een paar miljoen met gebroken poten en vleugels. Dit is de échte kippenhel, een complete catastrofe. Niet enkel naar de intensiteit van het leed, maar ook naar kwantiteit.”
Dus de meeste dierenmishandelingen zijn volstrekt legaal?
RODTS: “Absoluut. Ik denk dan vooral aan de vos. Men bejaagd dat alsof het een monster is. Niet alleen met geweren, maar ook met wolvenklemmen, stroppen en dode eenden die besprenkeld worden met gif. Zo’n beest is dan niet meteen dood, maar ziet nog uren af. Ik kan me geweldig druk maken over krantenkoppen als ‘vos moordt kippenhok uit’. Terwijl de kippenhouder niet de juiste investeringen deed om zijn kippen te beschermen. En dan dat eeuwig excuus dat jagers voor een ecologisch evenwicht zorgen door de populatie uit te dunnen. Het is net omgekeerd: als je er afschiet, komen er meer. Vossen regelen hun populatie door sociale regulatie: bij grotere sterfte gaan meer wijfjes aan de voortplanting deelnemen. In Luxemburg laat men al twee jaar de vossenpopulatie ongemoeid en er komen geen vossen bij.”
Ik zag als kind hoe in een weide honderden fazanten uit kooien werden losgelaten en een voor een uit de lucht werden afgeknald. Ik vraag me nog steeds af welk ecologisch evenwicht de jagers daar aan het herstellen waren.
RODTS: “’t Ja, als je een flinke jager bent, kan je niet met één fazantje thuis komen. Het is een pure schande. En het gebeurt nog steeds. We vragen al jaren aan Joke Schauvliege om het achterpoortje in de wet te sluiten dat toelaat om fazantenbroedsel te rapen die bedreigd worden door landbouwwerkzaamheden. Hierdoor worden eieren in broedmachines uitgebroed en kweekt men massaal fazanten in gevangenschap om in het jachtgebied uit te zetten. De minister had er geen oren naar, maar de Raad Van State gaf ons gelijk. Zo vermijden we de massale slachtpartijen waar ze met honderden als tamme kippen uit de lucht geschoten worden. Bovendien krijgen die fazanten – omdat ze met honderden in kooien vast zitten – een Avibek op om te vermijden dat ze elkaar kwetsen. Vogels die dan ontsnappen, geraken door dat ding dan moeilijk aan voedsel.”
Welke dierenmishandelingen zijn je in je carrière als dierenactivist het meest bijgebleven?
RODTS: “Het Waasland, mijn geboortestreek, was in de jaren ’80 het mekka van de spreeuwenvangst. Met lokspreeuwen – die er vaak verschrikkelijk aan toe waren – werden tot honderden spreeuwen onder zware slagnetten gelokt. Terwijl ze weerloos onder zo’n net spartelden werden ze op een wrede manier gedood: hun schedels werden tussen duim en wijsvinger plat geknepen. Daarna stroopte men ze en werden ze aan restaurants verkocht. Het was de trigger voor mij om bij Vogelbescherming Vlaanderen te gaan werken. Het is ondertussen verboden, maar er is nog steeds een zwarte markt, onlangs liep er een boer tegen de lamp die duizenden spreeuwen had gevangen.”
VANDENBOSCH: “Ik zag met mijn eigen ogen hoe op de ijsvlakten van Noord-Canada zeehonden doodgeknuppeld werden door sadistische zeehondenjagers. Terwijl ze van de ene zeehond naar de andere sprongen, zongen ze ‘We are the champions.’ Het bloed spoot uit die dieren hun lijven en de oogbollen vlogen uit hun kassen – pure horror. Die beelden vergeet ik nooit, al mochten de wreedheden op de veemarkten van Anderlecht en Chimay er ook wel zijn. Dat was een soort My Lai 2.0; het gedrag van die veeboeren moest nauwelijks onderdoen voor de wreedheden van de Amerikaanse soldaten die dit Vietnamees dorp uitmoorden. Op runderen, kalveren en paarden werd geschopt en geslagen. Ze staken zelfs puntige stokken in hun genitaliën.”
Gelukkig hebben we met Ben Weyts een minister die van dierenwelzijn een topprioriteit maakt. In die mate dat hij af en toe het verwijt krijgt meer met dieren dan mensen in te zitten. Zoals toen hij net niet in huilen uitbarstte toen die leeuw in Planckendael afgeschoten werd.
RODTS: “Politici hebben ondertussen door dat medeleven voor dieren electoraal interessant is. Maar enkel als ze voldoende aaibaar zijn: honden, katten, leeuwen en ezeltjes. Dan weet zo’n Weyts dat hij kan scoren, maar vossen of roofvogels die mishandeld worden, dat interesseert hem niet. We wilden bij Ben Weyts eens onze grieven uit de doeken doen. Nadat we maanden op een onderhoud moesten wachten, stonden we na drie minuten weer buiten. Hij is totaal niet geïnteresseerd in onze missie. Logisch, onze problemen zijn véél minder mediageniek dan bijvoorbeeld varkens of honden die verwaarloosd worden. Opkomen voor een vos, daar scoort hij niet mee. Meer nog: dan wordt hij electoraal verzwakt omdat hij dan een grote lobby van jagers en kippenboeren tegen hem krijgt. Zijn reactie n.a.v. die doodgeschoten leeuw, vond ik trouwens een héél goedkope mediastunt. Ik denk dat die bewakers in Planckendael in eer en geweten gehandeld hebben. Die hebben volgens mij lang nagedacht om dat schot te lossen. Na overleg en niet als cowboys. Stel je eens voor dat die leeuw een bezoeker had gedood, het land zou te klein geweest zijn.”
VANDENBOSCH: “Niet mee eens, er zijn pertinente nalatigheden in Planckendael gebeurd. En wat de aaibaarheid betreft, de kans is nu eenmaal groter dat mensen zich gaan bekommeren om dieren waarin ze gevoelsvermogen, kwetsbaarheid en persoonlijkheid herkennen. Dat ligt nu eenmaal makkelijker bij honden en katten dan bij spinnen of kreeften. Pas zodra mensen gaan beseffen dat ook alien-achtigen als kreeften, gelet op hun breinstructuur, gevoelens als pijn kunnen ervaren, is er een kans dat die onverschilligheid verdwijnt en dezelfde inleving ontstaat. Maar inconsequentie is des mensen. Elke stap in der richting van meer consequentie, zonder heiliger dan de paus te moeten worden, is er één vooruit. We zijn op de goede weg, denk ik. Sinds 2014, toen Dierenwelzijn van Landbouw werd gescheiden en we in elk gewest een volwaardige minister kregen, is er een positieve dynamiek ontstaan. Bovendien lijkt me het ook logisch dat Ben Weyts in zijn beleid prioriteiten legt. Je kan niet alles tegelijk oplossen. Vergeet ook niet dat vossenjacht een bevoegdheid is van Joke Schauvliege. Er zijn nog veel bouwwerven – ik denk bijvoorbeeld aan het verbieden van pelsdierenkwekerijen en chirurgische biggencastratie – maar wat dierenwelzijn betreft, is België niet meer het kneusje van de Europese klas. En dat in landen als Roemenië, China en Vietnam – waar men een kwalijke reputatie heeft qua dierenwelzijn – het dierenactivisme ook sterk opkomt, is eveneens hoopgevend.”