Volgevreten

| Column |

“Het is het begin van het seizoen, dan kan het tempo niet omhoog”, aldus Marc Wilmots voor de Sporza-microfoon van Filip Joos. Z’n Rode Duivels hadden er net een soort zen-workshop opzitten. In het bijzijn van enkele Cypriotische smurfen hadden ze in het malse gras al chillend op een wit balletje getrapt, soms vooruit, vaak naar achteren, af en toe naar elkaar. “Een gebrek aan ritme”, voegde Wilmots er snel aan toe, terwijl hij Joos doordringend aankeek. Dat kritische vraagje heb ik toch maar leuk gecounterd, zag je Wilmots denken. Nog effe lullen dat we ‘zulke matchen vroeger altijd verloren’ en we kunnen met zijn allen aan de calamares en de raki.

Maar Joos is Frank Raes niet (die zou Wilmots al drie keer gefeliciteerd hebben: met de zege, de kwalificatie en de winstpremie die ze samen in de hotelbar zouden opzuipen), dus er kwam een tweede vraag: “In Wales was er ook geen tempo en dat was níét in het begin van het seizoen.” Eventjes dacht ik dat het Kampfschwein naar Joos’ calamares zou grijpen, maar Wilmots haalde nonchalant z’n schouders op. “Dat was op het einde van de competitie, toen was iedereen dood.” Dat volstond blijkbaar voor Joos, al drong een derde vraag zich op. “Beste Marc, het EK in Frankrijk start op 10 juni. Net nadat alle competities afgelopen zijn. Gaat het lukken, met al die dodelijk vermoeide spelers? Of sturen we beter onze beloften, nu die nog niet versleten zijn?”
Eigenlijk is het jammer dat de Rode Duivels niet verloren tegen Cyprus. Zonder wake-upcall blijft alles bij het oude. Het EK wordt een drama. Wie droomt van een finale, waant. Om te beginnen hebben we geen échte spitsen. Als je het EK wil winnen, heb je een pure afwerker nodig, genre Miroslav Klose, Thomas Müller of Cristiano Ronaldo. Christian Benteke, Romelu Lukaku en Divock Origi zijn dat niet. Daarnaast zijn er te veel spelers – Eden Hazard, Axel Witsel, Marouane Fellaini – die het spel vertragen. Er is ook geen systeem. De tactische richtlijnen van onze bondscoach beperken zich tot wat gorillasprongetjes langs de lijn. En last but not least: de helft van de ploeg loopt naast z’n schoenen. Hazard mag dan wel denken dat hij zo goed is als Lionel Messi, bij de Rode Duivels is daar weinig van te merken. Zelfs Wesley Sonck kan betere statistieken voorleggen.

De verpersoonlijking van die zelfoverschatting is Vincent Kompany. Het moet nu al zo’n twee jaar geleden zijn dat onze kapitein nog eens een goede match speelde. Net als bij zijn goede vriend Anthony Vanden Borre, druipt de nonchalance en zelfingenomenheid ervan af. De cynische grijns waarmee Kompany telkens de kritiek op zichzelf en z’n team weglacht, zegt alles: deze Rode Duivels zijn een hoop volgevreten vedetten. Ze hebben talent, maar hun egocentrische arrogantie haalt het van de team spirit. Ze liggen niet wakker van de nationale ploeg. De honger om tous ensemble geschiedenis te schrijven, is er niet. Dat bleek al op het WK in Brazilië. Enkel Kevin De Bruyne had na het verlies tegen Argentinië de tranen in de ogen. De rest zat in gedachten al bij de fles Dom Pérignon die ze in de plaatselijke Carré zouden kraken. Toch is er hoop. Binnen zeven jaar, in 2022, vindt het WK voetbal in Qatar plaats. Tegen dan is Kompany met pensioen en Wilmots weer senator. En we spelen in de winter. Niemand nog moe.